Max Baum te Geleen, geboren Bauchem 1907, en Max Baum te Doenrade, geboren Linnich 1907, waren achterneven van elkaar, beiden achterkleinzonen van Joseph Baum en Maria Anna Philips (of Phelix).
Hun grootvaders Lazarus Baum (* Setterich 1838, begraven 1911 Linnich) en Bernhard Baum (* Setterich 1823, begraven 1899 Geilenkirchen) waren dus broers.
Ernst Otto Lichtenstein was een zwager van Max Baum. Op 29 mei 1940 verbleef hij in Doenrade bij zijn zus en schoonbroer, nadat hij eerder in een Nederlands vluchtelingenkamp zat. (Bron: verblijfsregister Oirsbeek)
Het echtpaar werd niet in Geleen gearresteerd, maar in hun huis te Doenrade-Oirsbeek, vanwaar ze met de tram naar Sittard werden gebracht. De vrouw van Max Baum wordt vermeld in het boek van Helga Herzberg "Door het oog van de naald", als "Sophie uit Geleen", hoewel ze pas na de oorlog (korte tijd) in Geleen heeft gewoond.
oproep voor bekenden van Max Baum (Linnich 1907-Auschwitz 1943)
Indertijd heeft Max Baum bij de familie Sterk in Blaricum een doosje met lintje met gouden schuifje en een paar munten bij de hr Sterk achtergelaten om voor hem te bewaren.
Zou iemand over Max Baum meer weten. Dan graag contact namens de familie Sterk met Pauline Kruseman,
Person is in the National Database of Victims of Persecution