Achttien treinen uit Nederland stopten op het station in Kosel, ongeveer 80 kilometer voor Auschwitz. Meer dan 3.500 Nederlandse Joden werden uit de trein gehaald en moesten in verschillende kampen werken aan diverse grote projecten zoals de aanleg van een snelweg tussen Breslau en Krakau en de bouw van een enorme fabriek voor de productie van synthetische brandstof in het werkkamp Blechhammer.
De arbeidsomstandigheden en de levensomstandigheden in deze werkkampen waren zo slecht dat nog geen 200 mensen van de zogenaamde Koselgroep de oorlog overleefden.