Lazarus Israël was een zoon van Abraham Israël en Fijtje Grebe, en diende tot 1924 als militair in het Nederlandsch Indisch Leger. In 1924 werd hij 'gepensioneerd' en keerde hij terug naar Groningen, waar hij tot 1931 op verschillende adressen (o.a. bij familie) woonde. Op 26 januari 1931 werd hij uitgeschreven naar Putten.
Zijn volwassen geworden broers en zussen waren:
- Heintje Israël, geb. Slochteren 21 sept. 1884, overl. Auschwitz 12 okt. 1942, tr. Groningen 15 aug. 1909 met Simon Abraham van Oosten, geb. Assen 27 mrt. 1883, overl. Auschwitz 12 okt. 1942.
- Hendellena Israël, tr. Abraham Bollegraaf(reeds correct gekoppeld)
- Johanna Israël, geb. Groningen 5 juli 1889, kantoorbediende, overleefde de oorlog waarschijnlijk.
- Saartje Israël, geb. Groningen 1 aug. 1891, overl. Sneek 15 apr. 1985, tr. Groningen 30 juni 1932 Klaas Steensma, overl. Leeuwarden 7 mei 1941.
- Louise Israël, geb. Groningen 15 sept. 1895, tr. Groningen 3 sept. 1923 Jan Bisschop, geb. Uithuizen 15 mrt. 1893; zij overleefden de oorlog.
- Betje Israël, geb. Groningen 2 feb. 1899, tr. Groningen 14 dec. 1922 Jan Douwes, geb. Groningen 28 mei 1903; zij overleefden de oorlog.