Verhaal

David en Maurits Wijnschenk

Wijnschenk's Vischhandel

Door: Bart de Cort

Tijdens de oorlog was Salomon Wijnschenk compagnon in de bekende viszaak van zijn vader en broer, David en Maurits, in de Blasiusstraat. Voor de oorlog bevond deze zaak zich op resp. de huisnummers 111 en 146. Tijdens de oorlog moest de zaak verkassen naar de Vrolikstraat 235. In een latere fase was Salomon nachtwaker op het voorlichtingsbureau van de Joodse Raad, dat in september 1943 naar Afrikanerplein 19 was verhuisd.

Op 20 september 1943 werd hij door middel van het XXIIe konvooi vanuit het SS-Sammellager Mecheln (Kazerne Dossin in Mechelen) op transport gezet naar het KZ Auschwitz.

Begin februari 1945 kwam Salomon Wijnschenk met een ruimingstransport uit het KZ Auschwitz aan in het KZ Mittelbau-Dora. Bij zijn registratie gaf hij als beroep slager op. Hij kreeg het gevangenenummer 106273. Mittelbau-Dora was een bijkamp van het KZ Buchenwald, waar de productie van de V2 naartoe was verplaatst nadat Peenemünde door de Engelsen was gebombardeerd. Kamp Dora had een vreselijke reputatie: onder erbarmelijke omstandigheden moesten gevangenen gangen uithakken in de berg Kohnstein om de productie van de V2-productie mogelijk te maken. Wijnschenk had hier geen deel aan: onmiddellijk na zijn aankomst, tot 1 maart 1945, werd hij in de Häftlingskrankenbau behandeld. Op 18 maart 1945 werd hij overgebracht naar het Außenlager Boelcke-Kaserne, het centrale Kranken- und Sterbelager van Mittelbau-Dora. Hierna loopt zijn spoor dood. Salomon Wijnschenk overleed op 31 mei 1945 op een onbekende locatie in Duitsland. Waarschijnlijk stierf hij aan uitputting op de barre voettocht richting Berlijn waartoe de Duitsers hem dwongen, daartoe aangezet door het naderende Amerikaanse leger.

 

 

Alle rechten voorbehouden