Ik ben uit gaan zoeken wat er met mijn overgrootmoeder, Mietje Cosman-Hofman is gebeurd tijdens de 2e wereldoorlog. Dit omdat er nooit over gesproken werd wat er met haar was gebeurd en omdat zij in een van haar laatste brieven schrijft: “Zijn jullie mij misschien vergeten??”
Overoma Mietje... ik heb er voor gezorgd dat u nooit vergeten wordt.........
Ter ere aan mijn overgrootmoeder Mietje Cosman-Hofman
Niet vergeten overoma....
Mietje Cosman is mijn overgrootmoeder van mijn vaders kant. Zij was een joodse dochter van Aron Mozes Cosman en Betje Hilversum. Zij is op 02-12-1914 gehuwd met Gerrit Anthonie Hofman. Zij kregen in totaal 6 kinderen waarvan er 2 zijn overleden.
Ik, Elly Klompenhouwer, ben een achterkleindochter van Mietje Cosman. Mijn vader was een zoon geboren uit het huwelijk van haar dochter Betje Hofman getrouwd met Adriaan Klompenhouwer. Mietje is op 8 mei 1943 gearresteerd in Rotterdam en daar heeft zij gevangen gezeten in het Haagsche Veer in Rotterdam tot 23 juli 1943. Zij was gearresteerd voor het niet dragen van de Joden ster.
Bijkomend: Bijzonder is dat op dezelfde datum de heer Jan Gerrit Klompenhouwer ( geb 27-03-1920) wonende te Hillegersberg, ook is gearresteerd. Hij is wel na 2 dagen vrijgelaten, op 10-05-1943.
Hoogstwaarschijnlijk is hij familie van Mietje, want haar schoonzoon was ook een Klompenhouwer: nl. mijn opa, Adriaan Klompenhouwer getrouwd met haar dochter, Betje Hofman.
In dezelfde periode zat ook haar zwager, Levie Bierschenk ( geboren 13-05-1919) hier gevangen. Van daaruit zijn zij tegelijkertijd naar kamp Vught gebracht. Onbekend is of zij elkaar hebben ontmoet in deze periode. Op 15 november 1943 is zij, ook tegelijkertijd met Levie Bierschenk, op transport gesteld naar Auschwitz en is Mietje Cosman overleden op of rond 31 januari 1944. Een exacte datum is hier niet voor kunnen vinden. Deze gegevens komen vanuit het Rode Kruis en uit een getuigenverklaring van Mevr. H. Bonewit-Kops , zij zat in hetzelfde transport en heeft kamp Auschwitz samen met 7 andere vrouwen overleefd. De datum rond 15-12-1943 is ook genoemd als zou Mietje daar misschien door de tyfus zijn overleden. Mietje had ook nog een bijzonder kenmerk: zij had de naam van haar man, Gerrit Anthonie op haar bovenarm getatoeëerd staan.
Omdat zij met een niet joodse man was getrouwd had zij eigenlijk vrijstelling van deportatie. Uit de door haar geschreven brieven blijkt dat zij hiervoor nog de benodigde papieren had, maar helaas heeft dit niet geholpen. Deze brieven zijn geschonken aan het kamp Vught en liggen daar vanaf heden ter inzage.
Voor wat er nu bekend is is dat bij aankomst in Auschwitz de gevangenen of direct werden vergast of nog een paar maanden kon gaan werken.
Hoogstwaarschijnlijk heeft Mietje hier nog een 2-tal maanden gewerkt voordat zij vermoord werd….
Omdat zij met een niet joodse man was getrouwd had zij eigenlijk vrijstelling van deportatie. Uit de door haar geschreven brieven blijkt dat zij hiervoor nog de benodigde papieren had, maar helaas heeft dit niet geholpen. Deze brieven zijn geschonken aan het kamp Vught en liggen daar vanaf heden ter inzage.