Noach Benninga was getrouwd met Jacoba van Dam. Zij hadden een dochter, Kaatje, en een zoon, Philippus. Het gezin woonde in de Torenstraat 13 in Warffum. Noach Benninga was veehandelaar. In 1942 werd hij gearresteerd, omdat hij in strijd met de Duitse voorschriften handel dreef. Hij werd naar Mauthausen op transport gesteld. Op 26 oktober werd aan zijn vrouw op het adres in Warffum uit Mauthausen bericht gestuurd dat haar echtgenoot op de vlucht was neergeschoten. Zijn vrouw en hun kinderen waren toen reeds in Auschwitz omgebracht.
H. Hamburger en J.C. Regtien, Sporen van een joods verleden in Noordwest Groningen (Bedum 1995) 30, 39
Verhaal