Jakob Levitus was het achtste en laatste kind in het gezin van Heiman Levitus en Esther Kosses. Tot zijn zevende jaar woonde hij met zijn ouders, zusters en broertjes in zijn geboorteplaats Winschoten, waarna ze naar Amsterdam vertrokken. Hij bezocht de joodse school in de Rapenburgerstraat. Hij was een uitmuntende leerling. Hij kreeg een betrekking als kantoorbediende bij de Amsterdamse Bank in de Sarphatistraat, waar hij uiteindelijk opklom tot procuratiehouder.
Op 24 maart 1920 trouwde Jakob Levitus met Sophia Barend, dochter van Salomon Barend en Lena Ijzerkoper, briljantversteller van beroep. Het echtpaar woonde in Amsterdam, eerst in Laing‘s Nekstraat 10, daarna in de Swammerdamstraat 5 en vanaf 1930 in de Rijnstraat 217. Zij kregen twee dochters, Esther en Lena. Na hun schoolopleiding werkten beide dochters op de bank bij hun vader.
In juli 1942 werden de dochters opgeroepen. De ouders besloten met hen mee te gaan. Via Westerbork zijn de vier gezinsleden naar Auschwitz op transport gesteld.
De volgene documenten zijn bewaard gebleven: kopieën van de geboorteakte van Jakob Levitus, van de trouwakte van het huwelijk tussen Jakob Levitus en Sophia Barend, van de ketoeba bij hun choepa, van de sterfakte uit Auschwitz van Jakob Levitus, van de geboorteakte van Esther Levitus, van de sterfakte uit Auschwitz van Esther Levitus en van de geboorteakte van Lena Levitus.
Joods Historisch Museum, Documentenverzameling, inv.nr 10289, ordner II
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 33242) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 7480/7046).