Meijer van der Heijm was getrouwd met Wilhelmina Sanders. Het echtpaar had twee kinderen Jacob en Sera Elizabeth. In de jaren '30 woonde het gezin in Rotterdam, eerst op de Essenburgsingel 129 a en later aan de Beukelsweg 37 a. Meijer van de Heijm had een eigen bedrijf in radio- en elektrische artikelen. Zij winkel was gevestigd aan de oppert 45.
Het gezin was van goede doen. De ouders gingen vaak uit en de kinderen liepen in kleren van De Bijenkorf. 's Zomers verbleef het gezin twee maanden in Scheveningen.
Tijdens de oorlog heeft het gezin geprobeert om naar Zwitserland te ontkomen. Ze zijn in Frankrijk opgepakt en op 31 juli via Drancy naar Auschwitz gedeporteerd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
De Commissaris van Politie te Baarn verzocht opsporing van Meijer van der Heijm, zijn vrouw Wilhelmina van der Heijm-Sanders en hun kinderen Jacob van der Heijm en Serah Elizabeth. Zij bezaten de Nederlandse nationaliteit, waren woonachtig in Baarn en zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 42, 22 oktober 1942, 1188, bericht 2418
Van dit gezin is ook een JOKOS-dossier (nummer 35157) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk. Uit het JOKOS-dossier is bekend dat er een claim is ingediend voor vergoeding van waardevolle voorwerpen ingeleverd bij de roofbank Lippmann-Rosenthal (L-claim, nummer 5197/16701).