Aaron de Lange was achtereenvolgens
manufacturier, rijwielhersteller en huidenzouter geweest. Begin oktober 1942 kwam hij via één van de joodse werkkampen terecht in het Westerbork. Samen met een broer verbleef hij in barak 57, dat bekend stond als de kabelsloperij.
Met hulp van een verzetsgroep uit Elburg is hun vrijlating bewerkstelligd. De Elburgers maakten kenbaar dat de toestand in de huidenzouterij aan de Westerwalstraat onhoudbaar was geworden. De zaak begon te stinken en de maden kropen reeds door de steeg. Hierop kregen beide broers toestemming terug te keren naar Elburg om orde op zaken te stellen.
Direct na terugkomst zijn beide broers ondergedoken. Aaron de Lange kreeg onderdak bij een landbouwer in Nunspeet. Het onderduiken viel hem zwaar. Om de benen te strekken maakte hij regelmatig een klein wandelingetje in gezelschap van de boer. Tijdens één van deze wandelingen is Aaron de Lange alsnog door de Duitsers gearresteerd. Op 7 september 1943 kwam hij wederom terecht in het Kamp Westerbork. Nog dezelfde dag werd hij op transport gezet naar Auschwitz.
De overlijdensakte van Aaron de Lange in het Stadsarchief van Amsterdam (dd. 23-06-1950 nr. 182) geeft aan dat hij is overleden in het tijdvak liggende tussen 7 september en medio mei 1945 in of in de omgeving van een der concentratiekampen in Duitsland.
Joods Museum Elburg
Van Aaron de Lange is het het persoonsbewijs (met foto en handtekening) bewaard gebleven. Hij was achtereenvolgens manufacturier, rijwielhersteller en huidenzouter. Hij bezat een Sperre.
Joods Historisch Museum, Documentenverzameling, inv.nr 6507
Deze persoon wordt herdacht op een gedenkteken in Elburg. Een beschrijving van dit gedenkteken is te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.