Margaretha Hedwig Zuelzer was in 1916 tot christen gedoopt. Ze was sinds 1916 in dienst van het "Kaiserlichen", en later "Reichsgesundheitsamt". In 1918 ontving ze voor haar bacteriologisch onderzoek het erekruis 'für Kriegshilfe'. Vanaf 1920 was ze afdelingshoofd in het 'Berliner Protozoenlaboratorium'. In 1933 werd ze wegens haar joodse afkomst op non-actief gezet. Vanaf mei 1934 zette ze haar onderzoek in Kopenhagen voort. In 1939 verliet ze uiteindelijk Duitsland en vond een baan bij het 'Instituut voor tropische hygiëne van het koloniaal instituut in Amsterdam'. Het hoofd van het instituut, met wie ze sinds 1926 samenwerkte, probeerde in 1942 en 1943 tevergeefs een vrijstellling van deportatie voor haar te verkrijgen.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Margarethe Hedwig Zuelzer is na haar overlijden in Westerbork gecremeerd. Haar urn is op de Joodse begraafplaats te Diemen bijgezet. De urn is bijgezet op veld U, rij 11, graf nr. 22. Margarethe Hedwig Zuelzer was doctor in de biologie. Zij was ongehuwd.
Register van joden die in het kamp Westerbork zijn gecremeerd, 1943-1944; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen, inv. n 3789