Herman de Bruin werkte in het begin van de oorlog als bediende in een winkel in galanterieën te Amsterdam. Toen hij dat niet meer mocht doen, ging hij terug naar Leeuwarden. Hij kocht toen een overall en laarzen. Korte tijd deed hij tegen betaling klusjes voor joodse gezinnen. Toen een oude schoolvriend hem op straat tegenkwam, droeg hij een gele ster op zijn jas. Toen deze vriend hem vroeg "Ha die Herman, hoe is het met jou?" fluisterde hij "Fijn dat je mij dat vraagt, maar wij mogen van de bezetter als jood niet meer met jullie praten en je weet maar nooit wie een verrader is. Dus neem me niet kwalijk, dat ik niet met jullie verder praat. Maar kom als je zin hebt maar eens bij ons thuis". En weg was hij. Een stempel van de Joodse Raad voorkwam niet dat Herman de Bruin op 12 november 1942 gearresteerd werd.
Toevoeging van een bezoeker van de website
Biografie