Elsa Prins was de oudste van de twee dochters van Lewis Prins en Ernestine Loewenthal. Zij werd geboren op 30 Januari 1909 in Amsterdam, waar in 1914 ook haar zusje Greta werd geboren. Tot haar 10e jaar woonde zij met haar zusje bij haar ouders thuis in de Den Texstraat 19 in Amsterdam.
Het huwelijk van haar ouders was niet goed en mondde uit in een echtscheiding, uitgesproken in April 1921. Haar ouders gingen echter al eerder uit elkaar: op 5 September 1919 werden Elsa en haar zusje Greta al afgeschreven van hun ouderlijk adres. Elsa was toen 10 en Greta 5 jaar oud. Zij verhuisden met hun moeder naar de Wagenaarstraat 44 III in Amsterdam, waar zij voor enkele maanden inwoonden bij de familie A.A. Landzaat. Op 20 Maart 1920 echter zijn zowel Elsa als Greta én hun moeder Ernestine Loewenthal “na controle voor de leerplicht” ambtshalve van Amsterdam uitgeschreven naar de Krummestrasse 47 in Charlottenburg in Duitsland. Van Greta en haar moeder is verder niets bekend geworden.
Op 17 September 1919, nadat zijn vrouw en dochters hem verlaten hadden, verhuisde haar vader Lewis Prins naar de O.Z. Achterburgwal 85 in Amsterdam en hertrouwde hij in Juli 1921 met Esther Spier.
Elsa Prins is op enig moment in Den Haag terecht is gekomen en heeft daar als dienstmeisje gewerkt. Zij was ongehuwd en haar adres in Den Haag was Crispijnstraat 97. Ergens in de eerste helft van het jaar 1943 is zij van haar woonadres in den Haag afgevoerd naar het concentratiekamp Vught en op 17 Juli van Vught naar Kamp Westerbork overgebracht. Daar verbleef Elsa enkele dagen in barak 57, totdat zij op 20 Juli 1943 werd gedeporteerd naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 23 Juli 1943 werd zij onmiddellijk vermoord.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Lewis Prins, archiefkaart Esther Spier, Bevolkingsregister Amsterdam, overgenomen delen 1892-1920 en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Elsa Prins.