Verhaal

Cosel en de Organisation Schmelt

door Herman van Rens

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de nazi’s behoefte aan arbeidsslaven om Duitse mannen te vervangen die voor de Wehrmacht waren opgeroepen, om wegen en verdedigingwerken aan te leggen of om te werken in de omvangrijke nieuwe wapenindustrie.  Joden werden in de Zwangsarbeitslager für Juden gedwongen het zwaarste werk te verrichten, tegen een minimum aan voeding, rust en verzorging, tot zij niet langer tot werken in staat waren.  

Eind 1940 benoemde Heinrich Himmler Albrecht Schmelt tot ‘Sonderbeaufragte für fremdvölkischen Arbeitseinsatz in Oberschlezien’ (gevolmachtigde voor de inzet van niet-Duitse arbeid in Opper-Silezië). Schmelt kreeg uitgebreide bevoegdheden. Hij kon beschikken over meer dan 50.000 Silezische Joden, een groep die al gauw werd aangeduid als ‘Schmeltjuden’.  Schmelt voerde een ingrijpende vernieuwing door in de slavenarbeid. De arbeiders werden niet langer in eigen dienst gehouden, maar ze werden tegen een vergoeding van 3 tot 6 Reichsmark per dag uitgeleend aan Duitse bedrijven. Dat bleek winstgevend. Aanvankelijk verhuurde de ‘Organisation Schmelt’ vooral Joden aan bouwbedrijven die werkten aan de bouw van de Reichsautobahn van Breslau naar Gleiwitz. Daar waren in korte tijd ongeveer twintig speciale Reichsautobahnlager gesticht. Vanaf begin 1942 lag het accent op bedrijven in de wapenindustrie. Er ontstonden in Silezië honderden kleine kampen voor Joodse slaven, meestal gebouwd vlak bij, en soms in een fabriek.

De zaken liepen voorspoedig. Schmelt had al gauw een tekort aan arbeidkrachten. Hij vroeg en kreeg toestemming van Himmler om treinen die uit West-Europa op weg waren naar Auschwitz, te laten stoppen in Cosel, een stadje aan de spoorlijn ongeveer 80 kilometer westelijk van Auschwitz. Hij mocht uit deze treinen 10.000 mannen selecteren voor werk in zijn organisatie. Tussen 28 augustus en 10 december 1942 werden door de Organisation Schmelt ongeveer 9000 mannen uit 39 treinen naar Auschwitz gehaald. Zij waren afkomstig uit Frankrijk en België, en 3500 van hen kwamen met 18 treinen uit Westerbork. De treinen stopten op het goederenstation van Cosel (heden: Kedzierzyn-Kozle).

 

Station te Cosel

Bron: Blechhammer Museum

Op een uiterst gewelddadige manier werden de mannen en jongens tussen 15 en 50 jaar hier van hun gezinnen gescheiden. Zij werden vervolgens verspreid over een groot aantal ‘Schmelt-kampen’. Het eerste kamp was één van de (voormalige) Reichsautobahnlager. Voor de Nederlanders waren dat Sakrau, Sankt-Annaberg, Ottmuth, Gogolin en Niederkirch. Vanuit deze kampen werden ze verdeeld over tientallen kampen die waren verbonden aan een wapenfabriek, een kolenmijn of een bouwbedrijf. De grootste van de kampen was Blechhammer (Blachownia), waar de Oberschlesische Hydrierwerke uit steenkool benzine vervaardigde.

De levensomstandigheden in de Schmeltkampen waren uiterst slecht: zware arbeid in werkweken van 60 tot 70 uur, bij onvoldoende voeding en verzorging. Velen stierven; anderen werden, als ze ziek waren, alsnog vermoord in de gaskamers van Birkenau. Vanaf 1944 werden veel van de kampen ofwel gesloten, ofwel veranderd in subkampen van de concentratiekampen Auschwitz en Gross-Rosen. De werkslaven waren toen concentratiekampgevangenen geworden. Opnieuw stierven er velen aan honger, uitputting, mishandeling of na selecties. De moeilijkste periode voor de overlevenden was begin 1945. Toen werden de kampen ontruimd bij de nadering van de Russische legers. Tijdens de ‘Dodenmarsen’ bezweken opnieuw veel mensen. Van de 9000 mannen, die in Cosel uit de treinen waren gehaald, overleefden er slechts tussen 700 en 900 de oorlog; van de 3500 Nederlanders 188.

Het goederenstation van Cosel, de plek waar de selecties plaatsvonden, is na 1942 niet wezenlijk veranderd. Op 2 september 2016 is door nabestaanden van de slachtoffers daar een monument onthuld.

Monument op het station te Cosel (heden: Kedzierzyn-Kozle)

Foto: Geert Goossens

Monument op het station te Cosel (heden: Kedzierzyn-Kozle)

Foto: Geert Goossens

Station bij Cosel nu (heden: Kedzierzyn-Kozle)

Foto: Geert Goossens

 Voor meer informatie over Cosel

 

Auteur: Herman van Rens

Op verzoek geplaatst door de redactie