Adolf Bargeboer was een zoon van de Winschootse sigarenfabrikant Abraham Bargeboer en Sara de Vries. Hij trouwde op 27 Juli 1920 in Amsterdam met Martha Cohen, een dochter van de koopman Louis Cohen en Bertha Salomon. Het echtpaar kreeg drie kinderen, allen in Rotterdam geboren, t.w. Bernard in 1922, Hannie Sonja in 1923 en Louise Bertha in 1925. Helaas is hun dochter Hannie Sonja op 24 Januari 1924 overleden, slechts 1 maand oud. De andere kinderen, Bernard en Louise Bertha werden, gelijktijdig met hun ouders op 24 September 1943 in Auschwitz vermoord.
Adolf Bargeboer kwam uit een fabrikanten gezin met in totaal zeven kinderen. Behalve hij zelf waren dat Charlotte, Henriette, Hartog, David, Helena en Erna. Zijn zusters Charlotte en Erna, zijn broer David en hijzelf zijn tijdens de periode van de Holocaust om het leven gekomen.
Adolf's broer Hartog, ook bekend als Otto Bargeboer, is op 16 Mei 1923 in Berlijn overleden en op Zondag 20 Mei 1923 begraven op de Joodse Begraafplaats van Muiderberg. Zijn zusters Henriette en Helena hebben de Sjoa overleefd: uit een familieadvertentie van het Centraal Bureau voor Genealogie is gebleken dat Henriette in 1963 in Jeruzalem is overleden; zijn zuster Helena huwde op 7 Augustus 1906 de suikerwerkenfabrikant Sander Meijer uit Bedum, die echter op 9 December 1925 in Amsterdam overleed, 46 jaar oud en op de Joodse Begraafplaats van Muiderberg is begraven.
Over Helena Meijer-Bargeboer is bekend dat zij op 27 Maart 1940 in Zürich een visum voor de Verenigde Staten van Amerika heeft verkregen en dat zij voorkomt als 55-jarige weduwe op de passagierslijst van de SS Manhattan, die op 2 Juni 1940 vanuit Genua naar New York vertrok. Verder is er van haar niets bekend.
Na het huwelijk van Adolf en Martha heeft het echtpaar Bargeboer enige tijd in Zwitserland gewoond maar zij zijn op 6 April 1921 uit het Zwitserse Neuenegg terug naar Nederland gekomen en vestigden zich in Rotterdam aan de Prins Hendrikstraat 9b, waar hun drie kinderen zijn geboren. Op 18 October 1926 zijn zijn opnieuw verhuisd, van Rotterdam naar Scheveningen waar Adolf Bargeboer directeur van de N.V. Dikkers & Bargeboer was en waar zij aan de Oude Scheveningseweg 112 woonden, in elk geval tot aan April 1942. Zijn vrouw Martha Cohen en hun nog twee levende kinderen zijn zeker nog een keer verhuisd in Den Haag zelf naar de Adelheidstraat 194.
Uit het archief van de Joodse Raad blijkt dat het hele gezin Adolf Bargeboer op 31 Juli 1943 werd geregistreerd in Kamp Westerbork, waar zij hebben moeten verblijven in barak 67. Adolf Bargeboer heeft vanuit Kamp Westerbork nog veel moeite gedaan om met zijn gezin aan deportatie te ontkomen. Zo is er op 4 Augustus 1943 via Mr. Van Bemmel Suyck uit de Alexanderstaat 18 in Den Haag een hernieuwd afstammings-verzoekschrift bij de Duitser Hans Callmeyer ingediend, mede in verband met de Niet-Joodse tak van de Familie Bargeboer. Callmeyer was was vaak bereid bij twijfel aan de afstamming een vrijstelling van deportatie te verlenen. Gedurende de maand Augustus 1943 is er de nodige correspondentie gevoerd, die er niet toe heeft geleid dat die vrijstelling er kwam; Adolf Bargeboer, zijn vrouw Martha Cohen, zijn zoon Bernard en dochter Louise Bertha werden uiteindelijk op 21 September naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij allen direct bij aankomst aldaar op 24 September 1943 zijn vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Adolf Bargeboer; Gemeente Archief Den Haag, gezinskaart Adolf Bargeboer; websites www.wiewaswie.nl, www.familysearch.org en www.allegroningers.nl, www.Akevoth.nl/het stenen archief; Archief Joodse Raad, kaarten van het gezin Bargeboer en het Biografisch Portaal der Nederlanden (biografischportaal@huygens.knaw.nl).