Jacob Pijpeman was een zoon van Wolf Pijpeman, een koopman in sponzen en Roosje Trijtel. Jacob had nog zes broers en een zuster, t.w. Hartog, Samuel Hartog, Meijer, Joseph, Philip, Abraham en Sara. Alleen zijn zuster Sara heeft de Holocaust overleefd. Zijn moeder was al in 1926 in Rotterdam overleden maar zijn vader en al zijn broers zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Jacob Pijpeman, koopman, trouwde in Rotterdam op 2 Juni 1937 met Betje Roodfeld, een dochter van Jacob Emanuel Roodfeld en Marianne Lipschits. In November 1937 werd hun zoon Wolf geboren.
Op 10 April 1943 werd het gezin van Jacob Pijpeman in Kamp Westerbork geregistreerd, waar zij enkele dagen in barak 70 moesten verblijven. Op 27 April werd het gezin naar Sobibor gedeporteerd waar zij allen direct bij aankomst op 30 April 1943 werden vermoord
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Wolf Pijpeman en Jacob Pijpeman; het archief van de Joodse Raad, kaart van Jacob Pijpeman, Betje Roodfeld en Wolf Pijpeman en het overlijdensregister Rotterdam, akte nr. 489, 1950 v1---083.