Uit het Politierapport Bureau Van Baerlestraat van 13 Augustus 1942 blijkt dat Bertha Sonnenberg, na te zijn opgeroepen om naar Duitsland te gaan, wilde gaan onderduiken. Zij nam daarvoor de portretschilder Abram Abraham in de arm nam en betaalde hem 350 gulden om voor haar een veilige plek te zoeken. Toen zij van haar plan afzag wilde zij haar geld terug maar Abraham weigerde dat. Daarom heeft zij aangifte gedaan bij de politie wegens oplichting voor geld. Een rechercheur vind nog 25 gulden bij Abraham thuis. Sonnenberg en Abraham worden ter beschikking gesteld van Bureau Joodse Zaken en de SD wordt eveneens in kennis gesteld. Bertha Sonnenberg werd op 30 September 1942 in Auschwitz vermoord; Abram Abraham overleefde de Sjoa en overleed eind December 1956 in Amsterdam.
Publicatie in NRC Handelsblad van 5 Mei 2017 en uit de Amsterdamse Politierapporten 1940-1945 van het Stadsarchief Amsterdam.