Jacob Philip Peper (ook wel bekend als Jacques), werd al binnen een jaar, nadat zijn ouders Eva van Rood en Philip Peper in Hilversum getrouwd waren, op 25 Juli 1897 in Antwerpen geboren. Op 18 Juni 1925 trouwde hij in Amsterdam met Kaatje Boekman, een dochter van de boekhandelaar Barend Boekman en Hendrina Lenson. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Hendrina Eva Philip in 1928 en Eleonora Marion Philip in 1930.
Als scheikundige werkte Jacob Philip Peper in 1930 nog in een laboratorium in Nederlands Indië (zie foto) maar per 31 Mei 1932 kwam hij met zijn gezin vanuit Buitenzorg weer in Nederland aan en woonden toen op de Rotterdamseweg 168 in Delft, waar Jacob Philip in die stad als scheikundige in overheidsdienst werkte. Op 29 April 1935 verhuisden zij naar de Binckhorststraat 130 in Den Haag waar zij een half jaar hebben gewoond en vanaf 25 November 1935 werd hun domicilie weer Amsterdam, o.a. in de Laplacestraat 89 hs, de Kribbestraat 36 hs en per 4 Juni 1943 op het Afrikanerplein 38 hs.
Op 3 October 1942 kreeg het gezin Peper een oproep voor Westerbork. Kaat je Boekman, Jacob Philip’s vrouw was werkzaam in de kledingindustrie en had sinds 28 September 1942 een “sperre”, maar volgens andere gegevens van de registratiekaart van de Joodse Raad verbleef zij reeds vanaf 8 October 1942 “tijdelijk” in Kamp Westerbork waar zij de functie van plaatsvervangend leidster van de quarantaine barak 36 had. Het gezin was “gesperrt wegens echtgenote”
Op enig moment hebben Jacob Philip en zijn beide dochters zich moeten melden in de Hollandse Schouwburg maar zijn op 6 Maart 1943 weer vrij gelaten. (sind entlassen). In het grootste geheim echter werd er door de Duitsers een grote razzia voorbereid die 20 Juni 1943 zou moeten plaatsvinden. Ook de Joodse Raad was niet op de hoogte. “Een rest van de Joden uit Amsterdam Zuid en Oost moest “marschfertig” gemaakt worden” met als gevolg dat zij, die werden opgehaald, daardoor volkomen werden verrast.Voor die Zondag 20 Juni 1943 waren de richtlijnen dat “alle Joden te “erfassen” waren en naar verzamelplaatsen gebracht moesten worden”; van daar werden zij door de Duitsers naar het Muiderpoortstation gedreven, waarvoor zij OD-ers uit Westerbork hadden ingeschakeld. Op het station Muiderpoort hebben zich vreselijke tonelen afgespeeld, maar alle verzoeken tot vrijstellingen waren tevergeefs. Op die bewuste 20 Juni 1943 zijn er tijdens die “Grossaktion”, 5550 Joden “erfasst” en “marschfertig” gemaakt en per trein naar Kamp Westerbork afgevoerd en daar geregistreerd. Op de registratiekaarten van de Joodse Raad van Jacob Philip Peper en zijn beide kinderen is vermeld “ 20 Juni 1943 weer in Westerbork”. Zij moesten verblijven in barak 72 en zijn op 31 Augustus allen op transport gesteld naar Auschwitz, waar Kaatje met haar beide dochters bij aankomst op 3 September 1943 direct zijn vermoord.
Jacob Philip Peper echter heeft Auschwitz nog zeven maanden moeten doorstaan voordat hij op 31 Maart 1944 om het leven is gekomen.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Jacob Philip Peper; Gemeentearchief Den Haag; Bevolkingsregister Delft, gezinskaart van Jacob Philip Peper; website www.wiewaswie.nl; het archief van de Joodse Raad, diverse registratiekaarten van de families Frank, Van Rood en Peper en passages uit het boek "Ondergang" van Dr. J. Presser, Deel I, 1965, blz. 376-387.