Mordechai Pinheiro, sigarenmaker, was een zoon van Jacob Pinheiro en Elisabeth (Betje) Oppenheimer. Hij trouwde in Amsterdam op 7 Juni 1899 met Anna Pinheiro, een dochter van Abraham Pinheiro en Sara Vaz Nunez. Op 24 Maart 1900 werd hun zoon Jacob geboren maar in 1902 vertrok het gezin naar België, waar zij eerst in Antwerpen en vanaf Augustus 1936 in Berchem hebben gewoond in de Neptunusstraat 7.
In Juni 1940 woonde het gezin bestaande uit Abraham, Anna en zoon Jacob weer in Amsterdam; heel kort in de Transvaalstraat 120 en per 29 Juni 1940 in de Nieuwe Kerkstraat 16 in het Fernandes-Nunes Gesticht, een hofje voor Portugees-Israëlitische dames ouder dan 60 jaar. Op 3 Mei 1941 verhuisden zij allen naar de Plantage Kerklaan 22 I.
Uit het archief van de Joodse Raad is gebleken, dat Jacob Pinheiro op 22 Juli 1942 in Kamp Westerbork is geregistreerd en op 31 Augustus 1942 vanuit een werkkamp is gedeporteerd naar het Oosten. Uiteindelijk is Jacob Pinheiro op 31 Maart 1944 ergens in Midden Europa om het leven gebracht. Hij was ongehuwd.
De registratiekaarten van de Joodse Raad van Mordechai en Anna Pinheiro tonen aan dat zij beiden op 21 November 1942 in Kamp Westerbork werden geregistreerd en op 30 November op transport gesteld zijn naar Auschwitz. Daar zijn zij beiden bij aankomst op 3 December 1942 onmiddellijk vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Mordechai Pinheiro en Jacob Pinheiro; website www.wiewaswie.nl, huwelijk Mordechai en Anna Pinheiro; het gemeentelijk archief van Berchem (België) bulletijn 21821 (https://familysearch.org/ark:/61903/3:1:3Q9M-C9BP-K4TV?i=117) en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Mordechai Pinheiro, Anna Pinheiro-Pinheiro en Jacob Pinheiro.