Jacob Boeki, geboren 23 Maart 1892 als zoon van Isaac Boeki en Leentje Presburg, trouwde op 23 December 1914 in Rotterdam met Leentje Berkelouw, een dochter van Elias Berkelouw en Hanna de Bok. Jacob en Leentje kregen drie kinderen, t.w. Leentje, Hanna en Isaac. Van Jacob Boeki’s gezin overleefde alleen Isaac de Holocaust. Alle anderen zijn in Sobibor vermoord.
Na hun huwelijk is Jacob Boeki met zijn gezin zeker tien keer verhuisd in Rotterdam, voordat hij op 18 Mei 1938 zich vestigde in de Hugo de Grootstraat 142C. Nadien zijn zij nog een keer verhuisd: ten tijde van de registratie van de Joodse inwoners van Rotterdam per 1 October 1941, werd het gezin van Jacob Boeki geregistreerd op het adres Schieweg 243d in Rotterdam.
Hun dochter Hanna, geboren 11 October 1916 heeft haar ouderlijk huis al op 23 September 1936 verlaten om in het huwelijk te treden met Izak van Been, die eerder gehuwd was met Esther Swaluw en met haar een zoon had, Abraham, die op 7 Maart 1932 was geboren. Izak en Esther zijn op 13 Juni 1936 gescheiden en Abraham groeide verder op bij zijn vader en zijn 2e vrouw Hanna Boeki. Na hun huwelijk woonden Hanna Boeki met haar man Izak van Been op diverse adressen in de stad maar hun laatste bekende adres - zoals geregistreerd bij de Joodse Raad - was Nolensstraat 85a in Rotterdam. Hanna kreeg met Izak nog twee dochters: Leentje in 1937 en Sylvia in 1942. Zij zijn allen op 23 April 1943 in Sobibor vermoord.
Uit notities op de Joodse Raad kaart van hun zoon Isaac, geboren op 31 Mei 1924, blijkt dat hij op 4 Maart 1943 uit het Rotterdamse Bevolkingsregister is afgevoerd "vertrokken met onbekende bestemming". Uit verdere aantekeningen van 10 Januari 1946 is gebleken dat Isaac Boeki dienst genomen heeft bij het Amerikaanse Leger en diende bij het C.I.C. Detachment H.QS. (Counter Intelligence Corps) van het 3rd US Army, (Army APO 403 A.S.). Isaac Boeki heeft de oorlog overleefd.
Jacob Boeki en Leentje Berkelouw waren ondergedoken in Ede, waar hun dochter Lea (Leentje) óók was ondergedoken, maar op een ander adres. Toen Jacob en zijn vrouw Leentje ontdekt en gearresteerd waren, hoorde hun dochter Lea (Leentje) ook daarvan; zij was op geen enkele manier in gevaar, maar heeft zicht toch bij haar ouders gevoegd. Na hun arrestatie zijn zij overgebracht naar Den Haag.
Na hun arrestatie werden Jacob Boeki, zijn vrouw Leentje Berkelouw en dochter Leentje Boeki overgebracht naar den Haag en op 22 April 1943 met een straftransport vanuit Den Haag afgevoerd naar Westerbork waar zij verbleven in barak 66. Zij werden op 27 April als "strafgevallen" gedeporteerd naar Sobibor en bij aankomst op 30 April 1943 onmiddellijk vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Isaac Boeki, Jacob Boeki;Izak van Been, transportlijst van 27 April 1943 uit het boek Vernietingskamp Sobibor, door Jules Schelvis, 2e druk uit 1994, de Bataaafse Leeuw; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob Boeki, Leentje Boeki-Berkelouw, Leentje Boeki, Hanna Boeki en Isaac Boeki en een aanvulling over de onderduik van zijn ouders en zus door Jack Boeki.