Op pagina 129/130 van dit boek staat er over haar oom Benjamin Slager:
"De muze en de muziek kan voor velen een levensbehoefte zijn en wie zich op het pad der muzen begeeft weet dat als geen ander. Benjamin Slager, was zo'n mens, zo ongeveer met een strijkstok in zijn handen geboren. Zijnde een bekende verschijning in Winschoten was het toch niet de muze die zijn boterham verschafte. Hij was werknemer bij de posterijen en niet alleen daarom geliefd geraakt bij de bevolking. In het duister van bioscoopzalen zorgde deze joodse man voor de muzikale omlijsting van films zonder gesproken woord."
Op pag. 131 staat er over haar oom Henrij:
"De geheide concurrentiestrijd tussen de meubelhandelaars Levie Simons en Henry Slager, ontging niemand en betekende in bepaald opzicht bijzonder veel. Iedere geldinzameling, voor welk goed doel ook, was aan deze twee welbesteed. Gaf de één bij collectes een fors bedrag, de ander zou nooit vergeten de lijst te bestuderen om daarna minstens het dubbele van de concurrent te noteren. Zeer tot genoegen van de collectant, en het beoogde goede doel."
Op pag. 137 over de kinderen van tante Sara Henriëtte Slager, haar man Assur Gudema en hun zonen Aron en Abraham:
"Vlees was nergens een probleem, Mozes Valk aan de Engelstilstraat was ruim gesorteerd in schapen- en lamsvlees. Voor een nog feestelijker sjaletpot dan anders en waarin veel schapenvlees gewenst was, kon Mozes Valk de aangewezen leverancier zijn. Wenste men nog meer luxe op tafel waar het vlees betrof dan vervoegde men zich in de luxe slagerij van Abraham en Aron Gudema." Zie ook daar de foto op pag. 138
Op pag. 187 is een foto te zien met daarop Bram Slager (zoon van oom Marcus) als medewerker bij de winkel van de fotograaf Gustaf Tahl in de Torenstraat. Zie daar ook het verhaal van deze fotograaf die onderdook op het dak van zijn eigen huis, verborgen achter de camouflage van houtafval.
Op pag. 168 staat een foto van haar zus Jetty Slager.