Salomo Meijer (Sally) Manheim werd geboren in Den Helder op 28 mei 1865. Op 14 juni 1893 trouwde hij in Den Helder met Sara Grunwald, geboren in Den Helder op 8 maart 1869. Salomon Manheim genoot al ver voor de oorlog grote bekendheid in de Ouwe Helder als smid, zijn specialiteit was het vervaardigen van kachelpijpen Ook dreef de familie Manheim in de Langestraat een winkel in allerlei huishoudelijke artikelen, van houten trappen, teilen en emmers tot kinderwagens en speelgoed. Het handelsmerk van Sally Manheim was zijn opgewekte levenshouding, hij hield van de Ouwe Helder en stond vaak bij stormweer op de dijk samen met een aantal oude jutters.
Drie maal is Sally naar de burgerlijke stand geweest om aangifte te doen van de geboorte van één zijner kinderen. De oudste zoon was Meijer die werd geboren op 14 juli 1894. Op 30 juli 1896 werd dochter Roosje geboren. De jongste zoon van Sally, Isaac werd geboren op 24 september 1900. In het begin van de oorlog moet Sally met bloedend hart de Jutterstad verlaten, hij verhuist samen met zijn vrouw Sara naar Amsterdam. Sara Manheim-Grunwald overlijdt op 24 november 1941. Een troost is achteraf dat de verschrikkingen van de vernietigingskampen haar bespaard zijn gebleven.
Westerbork was het laatste station voor duizenden mensen waaronder veel Helderse Joden. Levy Grunwald, die in 1946 in de Heldersche Courant verslag deed van zijn herinneringen aan Manheim, heeft samen met zijn vrouw afscheid genomen van Sally in een smerige barak. Tussen de vieze kribben waarin mensen driehoog opgestapeld lagen en zittend op een koffer hebben ze herinneringen opgehaald. Herinneringen aan de Koningstraat waar Sally in later jaren een winkel had en waar ook de school met de Bijbel, de Groen van Prinsteren school was gevestigd.
Het is alsof hij op een bankje op de dijk zit zo vertelt Sally zijn verhaal: “Iedere morgen zette ik aan beide kanten van mijn winkeldeur twee hoge stapels zinken emmers, zo hoog als de toren van Babel. En iedere morgen om precies vijf voor negen, komt zo`n jongen van de Bijbelschool mijn deur voorbij. Al een paar keer is het hem gelukt om de stapel om te trappen. Mijn emmers rolden rinkelend over de straat. Op zekere dag, ik sta juist een stoel te politoeren, zie ik die salamander met een grijns op zijn gezicht aankomen. Ik hou hem goed in de gaten maar hij is me te glad af en Rang... Daar gaat de toren met emmers weer tegen de straat. Ik grijp mijn politoerkwast en ren op mijn sokken achter die kwajongen aan. Vlak bij de school heb ik hem te grazen. Hij kronkelt als een gladde aal in een viskar, maar wat Manheim eenmaal in zijn handen heeft laat hij niet meer los. Ik grijp hem bij zijn neus en net alsof het een mahoniehouten stoel is maak ik zijn hele kop bruin. Ook van de meester van de Bijbelschool kreeg hij zijn portie en de toren van Babel bleef voortaan staan”. Precies alsof hij nog in Den Helder is, alsof er geen doodsgevaar dreigt in Polen, zo zat hij daar te praten. Hij wil alles een ogenblik vergeten en daarom praat hij over het verleden dat zo mooi was.
Hij weet dat hij diezelfde nacht nog wordt ingeladen in een goederenwagon met eindbestemming Auschwitz maar hij vertoont geen blijk van angst. Hij beseft dat hij Den Helder niet meer terug zal zien. "Doe ze allemaal de groeten”, zegt hij tegen Levy. Met de woorden Legajiem Oelesjolaum-Ten leve en ten goede, nemen zij afscheid. Manheim is vermoord, vuil en lafhartig, zoals tienduizenden andere Nederlanders vermoord zijn. Sally Manheim werd op 23 maart 1944 gedeporteerd vanuit kamp Westerbork en is daar, 78 jaar oud, direct na aankomst omgebracht. Zijn sterfdatum is 26 maart 1944.
Bron: WesterborkPortretten