Sara Pachter was een dochter van Jacob Pachter en Rachel van der Molen. Zij trouwde op 18 Juni 1924 met Emanuel van Thijn, een zoon van Barend van Thijn en Roosje van Thijn. Sara en Emanuel kregen samen twee kinderen, t.w. Roosje in 1926 en Samuel Barend in 1933. Beide kinderen hebben de Holocaust overleefd.
Sara en Emanuel woonden na hun huwelijk in de Tilanusstraat 49 in Amsterdam maar verhuisden in October 1933 naar de Nieuwe Prinsengracht 18 III. Het gezin wist onder te duiken, waardoor Sara's echtgenoot Emanuel van Thijn en haar beide kinderen Roosje en Samuel Barend de oorlog hebben kunnen overleven.
Sara echter is op enig moment gearresteerd - mogelijk verraden of anderszins - en kwam op 14 Juli 1944 terecht in Westerbork waar zij werd ingesloten in strafbarak 67. Zij werd op 3 September 1944 als strafgeval met het laatste transport naar Auschwitz gedeporteerd waar zij bij aankomst op 6 September, niet onmiddellijk naar de gaskamers is gestuurd. Mogelijk heeft zij nog dwangarbeid in het kamp moeten verrichten voordat zij werd vermoord. Haar officiele overlijdensdatum is vastgesteld op 1 October 1944.
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Emanuel van Thijn, archiefkaart Sara Pachter; lijst met Jodentransporten vanuit Nederland; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Emanuel van Thijn en Sara van Thijn-Pachter.