Hanna Noot, een dochter van Hartog Elias Noot en Judic Jedje van de Giessen, trouwde op 22 Juni 1894 in Leimuiden met Salomon van de Giessen, een zoon van Jozeph van de Giessen en Lea van Koppels.
Het echtpaar kreeg negen kinderen, waarvan Hartog op 21-jarige leeftijd is overleden in 1919 en Mozes in 1903 slechts vier maanden oud geworden is. Drie kinderen, Joseph Salomon, Lea en Mirjam hebben de oorlog overleefd maar Zadok, Jetje, Saartje en Hermanus werden tijdens de Sjoa vermoord, net als de ouders.
Hanna's echtgenoot Salomon van de Giessen werd slachtoffer van de grote razzia van 2 en 3 October 1942 in Amsterdam. Hij werd op 2 October opgepakt en direct naar Westerbork gestuurd, waar hij nog diezelfde dag op transport naar Auschwitz werd gesteld. Daar is hij bij aankomst op 5 October 1942 onmiddellijk vermoord.
Hanna Noot en haar ongehuwde dochter Jetje van de Giessen, die lingerienaaister was, wisten lang uit handen van de Duitsers te blijven. Mogelijk waren zij ondergedoken. Echter op 9 Maart 1944 kwamen zij toch in Westerbork terecht waar zij Hanna werd ingesloten in vermoedelijk barak 55 of 56 maar Jetje kwam terecht in de strafbarak 67. Hanna en haar dochter Jetje werden beiden op 19 Mei 1944 als strafgeval op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 22 Mei 1944 werd Hanna van de Giessen onmiddellijk vermoord maar Jetje werd toen kennelijk alsnog geselecteerd om dwangarbeid te verrichten. Het is niet duidelijk waar en wanneer Jetje van der Giessen om het leven is gekomen maar de plaats en datum van haar overlijden zijn vastgesteld als 30 September 1944 in Midden Europa..
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart van Hanna Noot, Salomon van de Giessen en Jetje van de Giessen; het archief van de Joodse Raad, regsitratiekaarten van Hanna van de Giessen-Noot en Jetje van de Giessen.