Vrouwtje Hekster was een dochter van Fredrik Simon Hekster uit Steenwijkerwold en Debora Gassan uit Amsterdam. Zij trouwde op 30 November 1898 in Amsterdam met Mozes Keizer, een zoon van de koster Levie Keizer en Hanna Engelsman. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Debora in 1899 en Levie in 1900.
Na hun huwelijk woonden Vrouwtje en Mozes in de Weesperstraat 35 maar verhuisden op 2 Januari 1900 naar de Nieuwe Kerkstraat 57 II-achter. Behalve hun twee kinderen woonde ook Vrouwtje’s vader Fredrik Simon Hekster bij hen in; hij was geboren 22 Februari 1837 en overleed in Amsterdam op 13 April 1911. Ook Vrouwtje’s zuster Mijntje Hekster woonde bij hen in. Zij was geboren in Amsterdam op 23 Juli 1866 maar werd op 21 Januari 1925 opgenomen in Het Apeldoornsche Bosch en werd op 25 Januari 1943 in Auschwitz vermoord.
Vrouwtje’s echtgenoot Mozes Keizer was kruijer van beroep. Hij overleed echter al op 30 April 1921 in Amsterdam en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Na het overlijden van Mozes Keizer bleven Vrouwtje Keizer-Hekster en haar beide kinderen Debora en Levie wonen in de Nieuwe Kerkstraat 57 II-a. In April 1942 echter trouwde haar dochter Debora met Israël Gans: die kwam toen eveneens bij hun inwonen.
Vrouwtje Hekster werd samen met haar ongehuwde zoon Levie Keizer en haar gehuwde dochter Debora in de nacht van 27/28 Januari 1943 afgevoerd naar Westerbork. Debora bleef in Westerbork totdat haar haar man Israël Gans op 6 Maart 1943 in het kamp werd binnengebracht. Op 10 Maart 1943 werden beiden naar Sobibor gedeporteerd waar zij bij aankomst op 13 Maart 1943 werden vermoord. Vrouwtje Keizer-Hekster werd samen met haar zoon Levie op 2 Februari op transport gesteld naar Auschwitz waar beiden bij aankomst aldaar op 5 Februari 1943 werden vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Mozes Keizer en archiefkaart Vrouwtje Hekster; website wiewaswie.nl; website dutchjewry.org/mokum/burialpermits/Mozes Keizer en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Vrouwtje Keizer-Hekster, Mijntje Hekster en Levie Keizer.