Herman Kan, geboren op 29 Augustus 1861 in Oldenzaal, was een zoon van Moses Kan en Hanna Habermann. Op 2 Mei 1902 trouwde hij in het Duitse Beuel met Johanna Kaufmann, die op 7 November 1878 in Combahn in Duitsland was geboren, een dorpje noordelijk van Beuel, tegenwoordig een wijk van de stad Bonn. Zij was een dochter van David Kaufmann en Auguste Kalz. Op 10 Maart 1903 werd in Oldenzaal hun dochter Lotte Ruth Kan geboren.
Herman Kan en zijn vrouw Johanna woonden in Oldenzaal. Op 2 Februari 1939 verhuisden zijn naar de Ennekersdijk 6 in Borne. Hun dochter Lotte Ruth was inmiddels op 13 Augustus 1935 in Oldenzaal getrouwd met de Hongaarse Tibor Feldman uit Miskolcz, een zoon van Miksa Feldman en Hedvig Zeilendorf. Ook zij woonden in bij hun ouders/schoonouders in Borne.
Vanaf 27 Februari 1940 woonden Herman Kan en zijn vrouw Johanna Kaufmann op de Parnassusweg 30 III in Amsterdam, verhuisden vier maanden later naar de Uiterwaardenstraat 130 I en per 9 October 1940 werd hun adres Van Baerlestraat 4 I in Amsterdam. Op 13 Juni 1942 kwamen Lotte Ruth en haar man Tibor daar eveneens inwonen.
Hun dochter Lotte Ruth werd op 12 Januari 1944 in Westerbork binnengebracht waar zij werd ingesloten in de strafbarak 67. Op Zondag 3 September 1944 werd zij met het laatste transport vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Zij heeft de verschrikkingen van Auschwitz overleefd en kon worden gerepatrieerd naar Amsterdam.
Haar man Tibor Feldman – vermoedelijk door onderduik – heeft de oorlog eveneens overleefd. In de cartotheek van de Joodse Raad is géén registratiekaart van hem gevonden en uit andere documenten blijkt dat hij niet is afgevoerd naar Westerbork. Wél bekend is dat Tibor Feldman in Januari 1946 in de Teniersstraat in Amsterdam woonde, waar zijn vrouw Lotte Ruth Kaufmann na terugkomst uit Auschwitz in Januari 1946 met hem herenigd kon worden. Beiden zijn na 1990 in Amsterdam overleden.
Herman Kan en zijn vrouw Johanna Kaufmann werden al eerder, op 20 April 1943 vanaf hun woonadres in Amsterdam afgevoerd naar Westerbork. Herman moest verblijven in barak 83 en zijn vrouw in barak 68. Beiden werden op 4 September 1944 met het laatste transport vanuit Westerbork naar Theresienstadt gedeporteerd. Herman Kan is daar op 15 Januari 1945 om het leven gekomen.
Johanna Kaufmann behoorde tot diegenen die Theresienstadt hebben overleefd. Haar naam kwam voor op een lijst van 9 Juni 1945 met overlevenden van Theresienstadt. Zij kon in Januari 1946 herenigd worden met haar dochter en schoonzoon in de Teniersstraat 2. Johanna Kan-Kaufmann overleed in 1970 in Amsterdam.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Herman Kan, Johanna Kaufmann, Lotte Ruth Kan en Tibor Feldman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Herman Kan, Johanna Kaufmann en Lotte Ruth Kan en de website wikipedia.org, lijst van Jodentransporten vanuit Nederland.