Hartog Godschalk was de jongste zoon van David Godschalk en Eva van der Hal. Hij werd geboren in het Groningse Uithuizen op 14 Februari 1890. Op 12 September 1917 trouwde hij op 27-jarige leeftijd in Rotterdam met de 34 jaar oude Elisabeth Walg, een dochter van Eduard Walg en Klaartje Blok. Op 18 September 1918 werd hun zoon David geboren.
Op 6 December 1916 vertrekt Hartog Godschalk uit Uithuizen naar Rotterdam, waar hij heeft gewoond in de Westewagenstraat 69, ten huize van Walg. Enkele dagen later na zijn huwelijk wat op 12 September 1917 werd gesloten, vertrok het kersverse echtpaar Godschalk-Walg op 17 September 1917 naar Den Haag, waar zij startten op het Spui 164, waar ook hun zoon David werd geboren. Nadien woonden zij nog in de Wagenstraat 145, de Zwolschestraat 395, verhuisden in Juni 1933 naar Rijswijk, van waar zij in 1935 weer terugkeerden naar den Haag. (Gouverneurlaan 496, Alberdink Thijmstraat 67 en Marktweg 31). Het laatst bekende adres van het gezin van Hartog Godschalk was Weteringkade 23 in Den Haag.
In Mei 1940 woonde de familie van Jacob Walg (1876-1942) in de Leeuwenstraat 7a in Rotterdam. Bij het bombardement van Rotterdam is hun dochter Klaartje (1918) op 14 Mei 1940 om het leven gekomen. Zijn vrouw Catharina Walg-Walg (1895) is zes dagen later op 20 Mei 1940 overleden, vermoedelijk ten gevolge van het bombardement. Op 27 December 1940 verhuisde Jacob Walg met zijn zoon Louis (1920-1943) en dochter Johanna Cateau (1924-1942) naar Den Haag, waar zij kwamen inwonen bij het gezin van Hartog Godschalk op de Weteringkade 23. Vader en dochter werden op 24 October 1942 in Auschwitz vermoord en Louis op 16 Juli 1943 in Sobibor.
Het beroep van Hartog Godschalk werd tussen 1916 en 1917 in Rotterdam als “winkelier” genoteerd; in Den Haag was hij “winkelier in boter enz.” Ten tijde van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland bij de Joodse Raad, is genoteerd dat Hartog Godschalk “fabrikant” was, maar niet duidelijk is geworden wat hij fabriceerde. Andere bronnen geven aan dat hij in April 1942 werkzaam was als “arbeider in een suikerfabriek”. Ook zijn nog ongehuwde zoon David Godschalk was “arbeider in een suikerfabriek”, echter voordien was hij “reiziger”.
Hartog Godschalk, zijn vrouw Elisabeth Walg en hun zoon David werden op 4 October 1942 vanaf hun woondadres in Den Haag afgevoerd naar Westerbork waar zij reeds de volgende dag op 5 October op transport gesteld werden naar Auschwitz. Dat transport omvatte meer dan 2000 personen, waaronder ook de eerste doorsturing van de 10.000 personen uit de Joodse werkkampen, welke in die periode werden leeggehaald. Het transport stopte in Kozel, ± 80 km westelijk van Auschwitz, waar 160 mannen tussen de 15 en 50 jaar werden gedwongen de trein te verlaten om vervolgens als dwangarbeiders tewerkgesteld te worden in de omliggende satellietkampen van Auschwitz. Degenen die in de trein achterbleven werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar te worden vermoord.
Hartog’s vrouw Elisabeth Walg was het lot beschoren om verder doorgestuurd te worden naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 8 October onmiddellijk werd vermoord. Maar het is hoogst waarschijnlijk dat Hartog Godschalk en zijn zoon David hebben behoord tot de groep van 160 personen die in Kosel de trein hebben moeten verlaten.
Het is niet bekend waar Hartog en zijn zoon David hun dwangarbeid hebben moeten verrichten. Maar het is wél bekend dat Hartog Godschalk uiteindelijk op 31 December 1944 in Auschwitz om het leven is gekomen. David Godschalk heeft zijn leven op 7 Februari 1945 ergens in Midden Europa verloren.
Bronnen o.a. website wiewaswie.nl/geboortes van David Godschalk en Hendrika Lezer en met Eva van der Hal; website allegroningers.nl/geboorte Hartog Godschalk; Gemeente archief Den Haag, gezinskaart Hartog Godschalk; Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Hartog Godschalk en van Jacob Walg; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hartog Godschalk, Eva Godschalk-Walg en David Godschalk; overlijdensaktes Den Haag, voor Hartog Godschalk akte C3814-1951, voor Elisabeth Walg akte C937-1951.