Jetty Frankfort was vaak in Park Sonsbeek. Zij herinnert zich dat ze er speelde, in de winter van ‘41-‘42, met haar zusje Rosita en een paar vrienden, André en Herman van Esso:
‘De winter was streng geweest en er lag een dikke laag sneeuw. De jongens woonden aan de Bouriciusstraat 22 tegenover de school. Mijn vader bridgde met hun vader, ik vond het een beetje een botte man. Mevrouw was lief. Maar goed. We liepen dus te gekken in Sonsbeek en André deed zijn schoenen uit. Uit baldadigheid danste hij met blote voeten in de sneeuw. Rosita verloor die middag haar want. Die had ze net van Sinterklaas gekregen, dus dat was heel wat. De volgende dag ben ik hem gaan zoeken en vond hem terug. Dat vond ik reuze aardig van mezelf.
Ik kom regelmatig in Sonsbeek. Nu ik ouder ben, moet ik steeds vaker denken aan die vier kinderen waarvan er drie zijn weggekomen.’
Bron: overgenomen van het Utrechts Joods Monument. Margo Klijn, De stille Slag, Joodse Arnhemmers 1933 1945, Westervoort 2003, p. 120