Verhaal

Bertha Jakobs

Door: Robby

Bertha was ongehuwd en werd psychiatrisch verpleegd in Brinkgreven. Haar naam wordt ook wel als "Jacobs" geschreven. Haar geboorte-akte is ondertekend door haar vader met "Jakobs".

Haar ouders waren Joseph Jakobs (1852 Borne - 1908 Borne) en Friederike Miltenburg (1861 Laer).  Zij had twee zussen: Feije Frank-Jacobs en Emma Sachs-Jacobs. De zussen hebben de oorlog ook niet overleefd. Haar tante, Reintje Jakobs, overleden in 1932, was getrouwd met Hartog de Lange (1857-1942) en woonde ook met haar gezin in Deventer.

Bertha staat op een lijst als Joodse bewoner in Brinkgreven op 22 november 1942. Ook hier wordt ze Jakobs genoemd.

Ook staat Bertha op een lijst van het gemeentebestuur van Deventer van Joden die per 1 april 1943 naar Westerbork moesten, tezamen met andere patiënten van Brinkgreven. Bertha verbleef in paviljoen Esquirol toen de politie haar kwam halen met de andere Joodse patiënten op 13 april 1943.

Op 13 april 1943 kwam zij in Kamp Westerbork aan en met de eerstvolgende trein, op 20 april 1943, werd zij naar Sobibór gedeporteerd, waar zij drie dagen later is vergast.

Bron: Struikelst. Deventer

Alle rechten voorbehouden