Isaac de Vries was een zoon van Manus de Vries en Clara Bilderbeek. Hij trouwde op 9 Februari 1910 in Amsterdam met Clara Visser, een dochter van Israël Visser en Judik Stibbe. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Emanuel in 1910 en Judic in 1921.
Isaac de Vries was koopman van beroep en handelde o.a. in manufacturen en stoffen. Na hun huwelijk woonden zij in Amsterdam in de Keizerstraat, de Dijkstraat , Kromboomsloot, Gelderschekade en in de St. Antoniebreestraat. Verder verbleef het gezin o.a. in Nijkerk en Utrecht (Amsterdamsestraatweg 127). In 1923 kreeg Isaac een marktvergunning om met manufacturen op de Nieuwmarkt in Amsterdam te staan. In 1933 woonden zij in de St. Antoniebreestraat 25, per 15 April 1935 was hun adres Amsterdamse Straatweg 224 en Lijmarkt 13 in Utrecht; in 1940 verbleven zij kort op het Jonas Daniel Meijerplein 16 II in Amsterdam maar keerden na enkele maanden weer terug naar de Lijnmarkt 13 in Utrecht. Hun laatst bekende adres was Koningsweg 111 in Utrecht..
Emanuel de Vries was ongehuwd en woonde thuis bij zijn ouders. Hij was eveneens koopman in allerhande goederen. In 1934 stond hij ook met manufacturen op de Nieuwmarkt in Amsterdam.
Zijn zuster Judic de Vries was gehuwd met Abraham Wijnberg, geboren op 14 Mei 1916 in het Groningse Leek. Beiden hebben de Holocaust door onderduik overleefd. Op 16 October 1945 kwamen beiden voor op een "lijst Eindhoven" waarop als nieuwe adres J.Liefers in Wapenveld (Overijssel) was vermeld maar verhuisden in 1948 naar de Veemarkt in Zwolle.
Op 12 Juni 1943 werden Isaac de Vries, zijn vrouw Clara Visser en zoon Emanuel de Vries afgevoerd naar Westerbork waar zij verbleven in barak 63. Op 29 Juni werden zij gedeporteerd naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 2 Juli 1943 onmiddellijk vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Isaac de Vries; website wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Isaac de Vries, Clara de Vries-Visser, Emanuel de Vries, Judic Wijnberg-de Vries en Abraham Wijnberg.