David Smit was het zevende kind van Nathan Smit en Heintje de Wolff. Hij was diamantslijper en verdiende zijn brood in Antwerpen. Op 4 Augustus 1931 trouwde hij in Antwerpen met de daar geboren Wilhelmina de Vries, winkelierster en een dochter van Emanuel David de Vries en Susanna Maria van Acker.
Het huwelijk van Wilhelmina de Vries met David Smit was haar tweede huwelijk; zij was eerder op 9 Januari 1923 gehuwd met Simon Meljado die op 23 September 1901 in Amsterdam geboren was als zoon van de diamantslijper Hartog Meljado en de diamantversteller Roosje Nieuwit, Simon Meljado echter overleed in Antwerpen op 30 Januari 1930 en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Putte.
Wilhelmina de Vries werd op 8 September 1942 met konvooi VIII vanuit Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd en arriveert daar op 10 September. Na een stop in Kozel waar 281 mannen de trein moeten verlaten, worden de achterblijvers in de trein verder naar Auschwitz vervoerd om daar op die 10e September te worden vermoord.
David Smit wordt echter pas op 24 October 1942 vanuit Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd met konvooi XV. Het transport, wat niet in Kozel is gestopt, bestaat uit 1471 gedeporteerden van zowel het 14e als het 15e konvooi en arriveert in Auschwitz op 26 October 1942 met een "massale aanwezigheid van arbeiders", die niet onmiddellijk naar de gaskamers worden gestuurd. De meeste van de 895 direct vermoorde gedeporteerden zijn vrouwen. Uiteindelijk overleven slechts 41 personen bij de bevrijding van het kamp. David Smit is in Auschwitz aangekomen. Echter het is niet bekend op welke datum en waar hij om het leven is gekomen.
Bronnen o.a. informatie van een bezoeker van de website.