Leentje Kaanis, geboren op 2 Juni 1886 in Rotterdam, was een dochter van Jacob Kaanis en Betje Aandagt. Op 17 October 1906 trouwde zij in Rotterdam op 20-jarige leeftijd met de 26-jarige Joseph Mok uit Amsterdam, een zoon van Isaac Aron Mok en Jeannette Natkiel. Het echtpaar Mok-Kaanis kreeg vijf kinderen, t.w. Isaac Aron in 1907, Betje in 1908 – zij overleed echter in 1925 en is op de Joodse Begraafplaats in Diemen begraven - Jeannette in 1910, Aaltje in 1913 en Jacob in 1921. De oudste zoon Isaac Aron trouwde in 1931 en had een dochter en woonde met zijn gezin sindsdien op een ander adres in Rotterdam.
Na hun huwelijk woonde Leentje met haar man Joseph nog enige tijd in Rotterdam, waar hun oudste zoon Isaac Aron in 1907 werd geboren maar op 25 Januari 1909 verhuisde de familie naar Amsterdam, waar zij terecht kwamen in de Joden Houttuinen 42. Na ca. 7 maanden, in September 1909, verhuisden zij naar de Batavierstraat 11 en op 6 November 1916 naar de Uilenburgerstraat 114a. In Mei 1919 volgde opnieuw een verhuizing naar de Spitskopstraat 6 in de Transvaalbuurt in Amsterdam Oost.
Joseph Mok, die onder andere als winkelbediende in het levensonderhoud van zijn gezin voorzag, overleed echter op 5 Maart 1923 in Amsterdam en werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Zijn weduwe heeft verder als kleermaakster de kost verdiend en verhuisde met haar kinderen in April 1926 van Amsterdam weer naar Rotterdam waar zij in de Gouvernestraat 50a kwamen te wonen. In de jaren daarna verhuisden zij nog een keer of vijf, waarna zij op 3 October 1940 werden ingeschreven op het adres Osseweistraat 16B
Of Leentje’s kinderen gevolg gegeven hebben aan een oproep t.b.v. de zogenaamde werkverruiming in Duitsland is niet bekend. Maar zij waren echter al op 31 Juli 1942 in Westerbork aanwezig en werden van daar op 3 Augustus naar Auschwitz gedeporteerd. Zonder twijfel zijn zij bij aankomst aldaar op 6 Augustus als dwangarbeiders tewerkgesteld in of buiten het kamp. Jacob Mok kwam in Auschwitz op 22 September om het leven. Het “Standesamt” van Auschwitz heeft een verklaring van zijn overlijden naar de Joodse Raad gestuurd, waaruit bleek dat hij door “hartzwakte en pneumonie” is overleden.
Ook Jeannette en Aaltje zijn in Auschwitz om het leven gekomen maar het is niet exact bekend op welke datum. Daarom is na de oorlog door de Nederlandse Autoriteiten opdracht gegeven aan het gemeentebestuur van Rotterdam om overlijdensaktes uit te schrijven, waarbij hun beider overlijdensdatum en plaats is vastgesteld als op 30 September 1942 in Auschwitz.
Leentje Mok-Kaanis kwam op 12 Augustus 1942 in Westerbork en werd al 2 dagen later, op 14 Augustus op transport gesteld naar Auschwitz. Al op 16 Augustus 1942 kwam het transport in Auschwitz aan en daar werd Leentje bij aankomst onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart van Joseph Mok; Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Leentje Mok-Kaanis; website wiewaswie/geboorte Leentje Kaanis akte 1886.1148; website hetstenenarchief/graf Joseph Mok en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Leentje Mok-Kaanis, Jeannette, Aaltje en Jacob Mok.