Roosje Mok was een dochter van Isaac Aron Mok en Jeanette Natkiel. Zij trad op 5 April 1933 in het huwelijk als tweede echtgenote van de weduwnaar Isaäc Kater, een zoon van Levie Isaac Kater en Marianna Leendert Peper. Isaac Kater was eerder op 3 Augustus 1892 gehuwd met Judith Erwteman, met wie hij acht kinderen kreeg. Zij overleed echter op 2 April 1932 en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg.
Levie en Gerrit overleden als babies. Elisabeth overleed op 39-jarige leeftijd in 1933 maar Louis, Juda, Marianne Clara en opnieuw een Gerrit waren inmiddels getrouwd, hadden een eigen gezin en woonden op andere adressen, maar zijn allen met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord.
Uit het tweede huwelijk van Isaäc Kater met Roosje Mok werden nóg twee kinderen geboren: Sara en Israël. Zij woonden nog thuis bij hun ouders en zijn ook tijdens de Sjoa vermoord.
Isaäc Kater was diamantslijper en is in Amsterdam overleden op 15 Mei 1941. Hij is begraven op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg. Zijn echtgenote Roosje Mok werd op 14 Januari 1943 in Westerbork geregistreerd en verbleef in barak 73.Zij werd op 23 Januari 1943 op transport gesteld naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 26 Januari 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Van de beide nog thuiswonende kinderen werd Sara op 10 Februari 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught waar zij negen maanden heeft moeten verblijven om vervolgens op 15 November 1943 van Vught naar Auschwitz te worden gedeporteerd. Het transport omvatte 1149 personen en is vermoedelijk op 17 of 18 November in Auschwitz aangekomen. Sara Kater heeft uiteindelijk op 31 Januari 1944 daar haar leven verloren.
Israël Kater werd ten tijde van de grootscheepse razzia’s in Amsterdam tussen 3 en 5 October 1942 in Westerbork binnengebracht en werd op 9 October op transport gesteld naar Auschwitz. Dit transport met meer dan 1700 gedeporteerden is op 11 of 12 October 1942 daar aangekomen waar Israël Kater werd geselecteerd om “arbeid” te verrichten in of buiten het kamp. Uiteindelijk is Israël Kater op 31 Januari 1943 in Auschwitz om het leven gekomen.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Isaäc Kater; archiefkaarten van Isaäc Kater en Roosje Mok; het archief van de Joodse Raad registratiekaarten van Isaäc Kater, Roosje Mok, Sara Kater en Israël Kater.