Jacob Zwarenstein en Antje Zwarenstein waren kinderen van Sander Zwarenstein en Truitje Elzas. Drie zussen en een broer van Jacob en Antje Zwarenstein overleden al voor de oorlog.
Jacob Zwarenstein werd in Numansdorp geboren op 6 maart 1877 en hij woonde daar met zijn oudere zuster Antje (Numansdorp, 2 april 1872). Op de Voorstraat 28, de locatie van hun zaak, zijn voor hen Stolpersteinen geplaatst.
Jacob werd, 65 jaar oud, samen met zijn zus van 70 jaar onder begeleiding van de dorpsagent samen met Nardes Morisco op het trammetje gezet dat vanuit Numansdorp naar de Rosestraat in Rotterdam reed. Jacob, Antje en Nardes liepen van het stationnetje Rosestraat naar Loods 24, de Rotterdamse 'Hollandse Schouwburg', de verzamelplaats van de Joden uit Rotterdam en van de Zuid-Hollandse eilanden. Hun vertrek uit Numansdorp was een reis naar de dood, door hun leeftijd hadden ze geen schijn van kans bij een selectie in Auschwitz. Drie dagen en nachten nadat hun transport op 10 november 1942 uit Westerbork vertrok werden ze in een gaskamer in Auschwitz vermoord.
Een ooggetuige Kor van Prooyen, kon in 2016 (toen 87 jaar) nog vertellen hoe het vertrek van deze drie Numansdorpse Joden verliep: "Ik zal dat beeld nooit meer vergeten, zegt de ooggetuige." "Ik was 13. De tramhalte was vlak tegenover mijn ouderlijk huis, waar ik nog steeds woon. Een paar honderd man uit het dorp stond om de tram heen. Iedereen wist dat de Zwarensteinen weggehaald werden. Maar toen de tram begon te rijden, barstten velen in tranen uit. Zelfs mijn oudoom huilde als een klein kind. Ik ben van mezelf al emotioneel, maar dat moment heeft enorme impact op me gehad"