Naatje Schenkkan, geboren op 14 Januari 1883 in Amsterdam als dochter van Levie Schenkkan en Marianne Peper, trouwde op 11 Augustus 1907 in Amsterdam met Meijer Rood, koopman en diamantbewerker en zoon van Aron Rood en Betje Liest. Het echtpaar kreeg vier kinderen, t.w. Elisabeth op 14 December 1907, Arnold op 18 Augustus 1909, Louis op 14 Mei 1914 en Jonas op 22 Febuari 1916.
Alleen hun zoon Louis heeft de Holocaust overleefd en is met zijn vrouw Gerardina Gesina Jacobson, met wie hij op 18 Februari 1942 in Amsterdam in het huwelijk is getreden, op 6 Januari 1949 naar Melbourne in Australië geëmigreerd. Naatje Schenkkan, haar man Meijer Rood en hun drie andere kinderen zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Hun dochter Elisabeth trouwde op 20 Augustus 1930 met de kleermaker Meijer Slager en op 26 December 1932 werd hun enige kind Riekje geboren. Het hele gezin Slager is tijdens de Sjoa vermoord.
Hun zoon Arnold trouwde op 10 Maart 1938 met Sara Querido maar zij hadden zij geen kinderen. Arnold is in Mei 1944 ten gevolge van een longontsteking in Monowitz omgekomen; zijn vrouw heeft de Holocaust overleefd en is in Augustus 1945 via Zweden teruggekeerd in Amsterdam.
Hun zoon Jonas trouwde 8 Maart 1939 met Carolina Velmans en op 12 September 1939 werd hun zoon Marcel geboren. Het hele gezin is op 4 Juni 1943 in Sobibor vermoord.
Meijer Rood was koopman in allerhande goederen en tevens diamantbewerker. Na zijn huwelijk met Naatje Schenkkan, woonden zij op de Nieuwe Prinsengracht 83 II in Amsterdam, maar voordat zij in September 1940 in de Rijnstraat 167 terecht kwamen, waren zij al meerder keren verhuisd; zo hebben zij gewoond in de Blasiusstraat, de Vrolikstraat, de Reitstraat en de Christiaan de Wetstraat. Op 10 Januari 1942 verhuisden zij voor de laatste keer naar de Hunzestraat 73, van waar zij beiden op 13 Maart 1943 naar Westerbork werden afgevoerd.
Vanaf 1 Februari 1943 werkte Meijer Rood voor de Algemene Dienst van De Joodse Raad in Amsterdam. In Westerbork moesten Meijer en Naatje verblijven in barak 64 totdat zij op 18 Mei 1943 gedeporteerd werden naar Sobibor, waar zij bij aankomst op 21 Mei 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Meijer Rood, archiefkaarten van Meijer Rood, Naatje Schenkkan en van hun kinderen Elisabeth, Arnold, Louis en Jonas Rood; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Meijer Rood, Naatje Rood-Schenkkan, Elisabeth Rood, Arnold Rood en Jonas Rood.