Elisabeth Rood was een dochter van Meijer Rood en Naatje Schenkkan. Zij trouwde op 20 Augustus 1930 met de kleermaker Meijer Slager, een zoon van Benjamin Slager en Riekje Smeer. Op 26 December 1932 werd hun enige kind Riekje geboren.
Na hun huwelijk woonden Elisabeth en Meijer in de Hofmeijerstraat 14 in Amsterdam-Oost en in 1935 verhuisden zij naar de Trompenburgerstraat 129. In Juni 1938 verhuisden zij nogmaals, nu naar de Rijnstraat 167 II wat tevens hun laatst bekende adres zou zijn.
Meijer Slager werd op 17 Februari 1943 naar het concentratiekamp Vught gebracht, waar hij verbleef tot 20 September 1943. Hij werd toen met nog 300 andere gevangenen naar Westerbork werd overgebracht om vervolgens op 21 September te worden gedeporteerd naar Auschwitz. Bij aankomst op 24 September werd Meijer niet onmiddellijk in de gaskamer vermoord maar geselecteerd om nog dwangarbeid in- of buiten het kamp te verrichten. Uiteindelijk is Meijer Slager op 17 Januari 1944 in Auschwitz om het leven gekomen.
Zijn vrouw Elisabeth en dochter Riekje werden op 7 Mei 1943 naar Vught gestuurd maar al op 7 Juni 1943 van Vught met het zogenaamde kindertransport naar Westerbork gestuurd. In Westerbork verbleven zij in barak 62 totdat zij beiden op 20 Juli 1943 op transport gesteld zijn naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 23 Juli 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Meijer Slager, archiefkaart Elisabeth Rood; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Meijer Slager, Elisabeth Slager-Rood en Riekje Slager en de wikipedia lijst van Jodentransporten vanuit Nederland.