Jonas Rood was een zoon van Meijer Rood en Naatje Schenkkan. Hij trouwde op 8 Maart 1939 in Amsterdam met Carolina Velmans, een dochter van Nehemias Velmans en Rosetta Peperwortel. Het echtpaar kreeg een zoon, Marcel, die op 12 September 1939 werd geboren.
Jonas Rood was koopman en stond met stoffen op de markt. Hij woonde met zijn gezin in de Valkenburgerstraat 139 II in het Centrum van Amsterdam maar verhuisde op 16 Mei 1941 naar de Eemstraat 16 II in Amsterdam-Zuid.
Het gezin van Jonas Rood werd op 29 Mei 1943 afgevoerd naar Westerbork waar zij hebben moeten verblijven in barak 64. Een aantekening op de registratiekaart van Jonas Rood duidde op het feit dat Jonas een baantje bij de Estafette van Joodse Raad had – de bodedienst tussen de verschillende afdelingen van de Joodse Raad in de stad.
Dit heeft er echter niet tot uitstel of afstel van deportatie geleid; Twee dagen later al, op 1 Juni 1943 werden Jonas, zijn vrouw Carolina en zoontje Marcel met meer dan 3000 andere gedeporteerden op transport gesteld naar Sobibor waar zij allen bij aankomst op 4 Juni 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jonas Rood en Carolina Velmans; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jonas Rood, Carolina Rood-Velmans en Marcel Rood en de Wikipedia website Jodentransporten van uit Nederland.