Herman Beek, geboren op 22 Augustus 1922 in Amsterdam, was de ongehuwde zoon van Jesaja Beek en Vogeltje Frankfort. Hij en werkte als kantoorbediende en als assistent accountant en bezat zijn praktijkdiploma’s boekhouden. Met zijn ouders en zus Martha woonde hij in de Burmanstraat 15 hs in Amsterdam maar moesten op 16 Augustus 1943 verhuizen naar de Christiaan de Wetstraat 20 I in de Transvaalbuurt van Amsterdam-Oost.
Ten tijde van de bezetting werd Herman door de Joodse Raad “gesperrt bis auf weiteres”, waardoor hij voorlopig vrijgesteld werd van deportatie en kreeg een baantje bij de dienst “Hulp aan Vertrekkenden”. Op 20 Juni 1943 werd hij tijdens de grootschalige en in het geheim voorbereidde razzia in Amsterdam opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar hij terecht kwam in barak 63. Op 29 Juni 1943 werd Herman Beek op transport gesteld naar Sobibor, waar bij hij aankomst op 2 Juli 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Jesaja Beek, Herman Beek en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Herman Beek.