Henri Piller werd op 13 november 1898 te Amsterdam geboren.
Zijn vader was Simon Piller en zijn moeder Hestella Consenheim.
Na zijn schoolopleidingen te hebben beëindigd koos hij voor de Handel.
Na enige jaren trad hij in het huwelijk met Jacoba Maria Helmsmoortel.
Uit dit huwelijk werden vijf dochters en een zoon geboren, waaronder een tweeling.
Geschrokken van het onmenselijke optreden tegen de Joodse inwoners
in Duitsland door de Nazi's en mede door de dreiging van een nieuwe
oorlog in Europa, besloot Henri met zijn gezin naar Nederlands-Indië te gaan.
Hij vestigde zich daar met zijn gezin in Batavia en betrok een woning
aan de Laan Trivelli 99. Hij vond al snel een geschikte baan als employé bij een handelsfirma in Batavia.
Op 18 juni 1941 werd hij in het kader van het uitroepen van de Algehele
Mobilisatie van onze strijdkrachten in Indië - in verband met het uitbreken
van de oorlog in Europa - opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hij werd ingedeeld als Landstorm soldaat bij het IVde Landstorm Bat Infanterie in Batavia.
Na de capitulatie van het KNIL in maart 1942 werd Ldst. Sld Henri Piller a;s krijgsgevangene afgevoerd en in verschillende kampen op Java geïnterneerd.
Eind aug 1944 werd hij overgebracht naar de voormalige kazerne van het
Xde Bat. te Batavia.
Op 15/16 sep 1944 werd hij van daaruit met het Japanse “Hell- ship”, het
ss “Junyo Maru” op transport gesteld naar Padang op Sumatra.
In totaal werden 2100 krijgsgevangenen en 4500 Indonesische Romusha’s.(Indonesische dwangarbeiders) in de havenstad Tandjong Priok ingescheept.
Toen de “Junyo Maru” op 18 sep. 1944 in de middag, ter hoogte van het dorpje Moko-moko , Benkoelen was aangekomen, werd zij getorpedeerd en tot zinken gebracht door de Britse onderzeeboot HMS. Tradewind. ( het ss. “Junyo Maru voerde geen Rode Kruis- tekens, noch de letters POW).
Gedurende dit vreselijke drama verloren op die dag 1420 krijgsgevangen hun leven, t.w. 1382 KNIL militairen, 8 Amerikanen, 3 Australiërs en 56 Engelsen.
Allen, ook Henri Piller, kregen daar hun Zeemansgraf.
Van de 2100 krijgsgevangen, overleefden slechts 680 militairen deze verschrikkelijke ramp; zij werden o.m. gered door een Japans Korvet.
Bron: Jacq. Z. Brijl, Luitenant-Kolonel bd, drager Bronzen Leeuw
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 18 november 2015
Bron OGS