Biografie

Het lot van Jacob Lap en zijn vrouw Marianne Waterman.

Jacob  Lap, geboren op 12 Juni 1898 in Amsterdam, was een zoon van Marcus Lap en Debora Juda en was behalve diamantbewerker ook kantoorbediende van beroep. Op 6 Januari 1927 trouwde hij in Amsterdam met Marianne Waterman, geboren op 3 Juli 1899 in Amsterdam als dochter van Levie Waterman en Leentje Speijer. Na zijn huwelijk in 1927 woonden Jacob en zijn vrouw Marianne in de Tolstraat 97 II in Amsterdam-Zuid. Het echtpaar Lap-Waterman had geen kinderen.

Jacob Lap’s ouders waren al voor de oorlog overleden, zijn moeder al in 1908. Hij kwam uit een gezin met in totaal negen kinderen, waarvan één zusje al op 14-jarige leeftijd is overleden in 1914, één broer in 1929 naar Kaapstad is vertrokken en één broer de Holocaust heeft overleefd; hij werd op 23 April 1945 bij Tröbitz bevrijd. Alle anderen uit het gezin van Marcus Lap zijn met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord. 

Marianne Waterman’s vader Levie werd in Sobibor vermoord. Zijn eerste vrouw Leentje Speijer stierf op 14 Juli 1899 in Amsterdam en werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen en zijn tweede vrouw Ribca Zomerplaag werd samen met haar man in Sobibor vermoord. En net als in het eerste huwelijk van Levie Waterman, werden er opnieuw twee kinderen geboren. Van de vier kinderen Waterman overleefde slechts één de Holocaust; de anderen zijn tijdens de Sjoa vermoord.  

Van de twee cruciale gebeurtenissen van begin October 1942 betrof er één het lot van Jacob Lap en zijn vrouw Marianne: Daar was het “leeghalen” van de Joodse Werkkampen in Nederland in de nacht van 2 op 3 October 1942 door de Duitsers waarbij alle Joodse dwangarbeiders op Jom Kipoer naar Westerbork werden afgevoerd om vervolgens te worden gedeporteerd "naar het Oosten”. Het andere feit was dat begin October 1942 grootscheepse razzia’s plaatsvonden waarbij tussen 3 en 5 October 1942 duizenden Joden in Westerbork terechtkwamen, die eveneens bestemd waren om op transport richting  werkkamp of vernietigings- kamp te worden gesteld.

Onduidelijk is of Jacob Lap vanuit een Joods Werkkamp in Nederland in Westerbork terechtgekomen is, of dat Jacob samen met zijn vrouw tijdens de razzia’s van begin October in Amsterdam zijn gearresteerd en naar Westerbork zijn afgevoerd. Archiefonderzoek maakte duidelijk dat zij beiden op 3 October 1942 in Westerbork waren en op 5 October 1942 op transport gesteld werden naar Auschwitz.

Het transport van 5 October 1942 bevatte ruim 2000 gedeporteerden, waarvan tevens de eerste doorsturing van de 10.000 personen die afkomstig waren uit de Joodse Werkkampen. De trein maakte een tussenstop in Kozel, een kleine plaats ± 80 km westelijk van Auschwitz gelegen. Daar werden 550 jongens en mannen gedwongen de trein te verlaten om als dwangarbeiders in de omliggende werkkampen van Auschwitz tewerkgesteld te worden. Diegenen die achterbleven in de trein, werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar te worden vermoord, waaronder ook Marianne Lap-Waterman. Bij aankomst aldaar op 8 October 1942 werd zij in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.

Bij de groep van 550 mannen die gedwongen uit de trein gehaald werden, behoorde ook Jacob Lap. En zoals pas in 2015 ontdekt werd, bleek hij uiteindelijk als Joodse dwangarbeider terecht te zijn gekomen in het “Reichs Autobahnlager Sankt Annaberg” in Opper Silezie in Polen. Na de oorlog was wél bekend dat Jacob Lap de Sjoa niet had overleefd, maar niet waar, wanneer en onder welke omstandigheden. Daarom werd na de oorlog op last van het Ministerie van Justitie in de gemeente Amsterdam voor Jacob Lap een akte van overlijden opgemaakt, waarin zijn overlijden werd vastgesteld als op 31 Augustus 1943 in Midden Europa.

Echter bij het onderzoek in 2015 in Polen naar de slachtoffers van o.a. het Reichsautobahnlager "Sankt Annaberg” in Opper Silezie, zijn meerdere aktes van overlijden gevonden, waaronder ook die van Jacob Lap. Daaruit is gebleken dat hij op 13 December 1942 in het Lager St.Annaberg om het leven is gekomen. Op de overlijdensakte worden “gangreen en verval van het lichaam” als officiële doodsoorzaken vermeld. (Gangraen und Körperverfall).

Bij de vaststelling van de overlijdensdatum van Jacob Lap wordt echter de officiële Nederlandse datum van 31 Augustus 1943 in Midden Europa gehandhaafd, de juridische overlijdensdatum en plaats, door het Ministerie van Justitie vastgesteld.

Bronnen o.a. het Stadsarchief van Amsterdam, gezinskaart Marcus Lap, gezinskaart en archiefkaart van Jacob Lap, archiefkaart van MarianneWaterman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob Lap en MarianneLap-Waterman; website jodentransporten vanuit Nederland en Edward Haduch, Kedzierzyn-Kozle (Polen), de overlijdensakte van Jacob Lap uit het Bevolkingsregister (Standesamt) Annaberg.

Alle rechten voorbehouden