Isaac van Gigh, geboren op 29 December 1891 in Rotterdam, was een zoon van David van Gigh en Wilhelmina Catharina Bril. Hij was koopman in groenten. Op 10 Maart 1926 trouwde hij in Rotterdam met Henderijntje van der Sluijs, een dochter van Isaac van der Sluijs en Catharina de Leeuw.. Het echtpaar Van Gigh had geen kinderen.
Vanaf 10 Augustus 1926 woonden zij op de Boschlaan 12 in Rotterdam, waar zij tevens een groentewinkel runden. Tijdens het bombardement van Rotterdam in Mei 1940 is hun huis verloren gegaan; zij vonden daarna onderdak in de Boomgaardstraat 100-4 elders in het centrum van Rotterdam.
Henderijntje van Gigh-van der Sluijs werd tussen 3 en 5 October 1942 naar Westerbork afgevoerd en haar man Isaac van Gigh kwam daar op 7 October binnen. Beiden werden op 16 October 1942 op transport gesteld naar Auschwitz.
Het transport van 16 October 1942 was een z.g. “Kozel-transport”; de trein stopte onderweg in het plaatsje Kozel, gelegen ca. 80 km. westelijk van Auschwitz, waar 570 jongens en mannen tussen de 15 en 50 jaar oud van de in totaal 1710 gedeporteerden, gedwongen werden om de trein te verlaten om in de omliggende werkkampen van Auschwitz als dwangarbeiders tewerkgesteld te worden. Zij, die in de trein achterbleven werden verder naar Auschwitz vervoerd om bij aankomst aldaar te worden vermoord. Ook Henderijntje van Gigh-van der Sluijs trof dat lot: zij werd bij aankomst op 19 October 1942 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bij de groep van 570 mannen die uit de trein gehaald werden, behoorde ook Isaac van Gigh. Maar zoals pas in 2015 ontdekt werd, bleek hij uiteindelijk als Joodse dwangarbeider terecht te zijn gekomen in het “Reichs Autobahnlager Sankt Annaberg” in Opper Silezie in Polen. Na de oorlog was wél bekend dat Isaac van Gigh de Sjoa niet had overleefd, maar niet waar, wanneer en onder welke omstandigheden hij om het leven was gekomen. Daarom werd na de oorlog op last van het Ministerie van Justitie in de gemeente Rotterdam voor Isaac van Gigh een akte van overlijden opgemaakt, waarin zijn overlijden werd vastgesteld als op 31 Augustus 1944 in Midden Europa.
Echter bij een onderzoek in 2015 in Polen naar de slachtoffers van o.a. het Reichsautobahnlager "Sankt Annaberg” in Opper Silezie, zijn meerdere aktes van overlijden gevonden, waaronder ook die van Isaac van Gigh. Daaruit is gebleken dat hij op 31 December 1942 in het Lager St.Annaberg om het leven is gekomen. Op de overlijdensakte worden “gangreen en longontsteking rechts” als officiële doodsoorzaken vermeld. (Gangraen und rechtsseitige Lungenentzündung).
Bij de vaststelling van de overlijdensdatum van Isaac van Gigh wordt echter de officiële Nederlandse datum van 31 Augustus 1944 in Midden Europa gehandhaafd, de juridische overlijdensdatum en plaats, door het Ministerie van Justitie vastgesteld.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Isaac van Gigh, de huwelijksakte uit Rotterdam van 10-3-1926 Van Gigh/Van der Sluijs; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Isaac van Gigh en Hendrina (Henderijntje) van Gigh-van der Sluijs; de wikipedia website jodentransporten vanuit nederland.nl; toevoegingen van bezoekers van de website en Edward Haduch, Kedzierzyn-Kozle (Polen), de overlijdensakte van Isaac van Gigh uit het Bevolkingsregister (Standesamt) Annaberg.