Levie Mesritz, geboren op 21 Mei 1896 in Amsterdam, was een zoon van Elias Mesritz en Sara Gompers. Zijn vader was op 6 Juni 1932 overleden en begraven op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg. Zijn moeder woonde al vanaf 1896 in de Weesperstraat 37 en is daar altijd blijven wonen, totdat zij op 20 Mei 1943 van daar werd weggehaald en gedeporteerd werd naar Sobibor. Ook Levie is altijd in zijn ouderlijk huis blijven wonen.
Levie Mesritz was slager van beroep, net als zijn vader. Hij trouwde op 12 Augustus 1942 met Vrouwtje Swart, een dochter van Simon Swart en Sara Dagloonder. Zijn bruid woonde nog thuis bij haar ouders in de Rapenburgerstraat 102 I maar na haar huwelijk in 1942 met Levie Mesritz, trok zij bij hem en zijn moeder, de weduwe Sara Mesritz-Gompers in in de Weesperstraat 37.
Levie was “gesperrt” door de Joodse Raad. Als slager werkte hij bij de “vleeschvoorziening” bij de fa. M.B. Menko in de Rapenburgerstraat 103. Daardoor had ook zijn vrouw Vrouwtje uitstel van deportatie. Beiden hadden een Sperrenummer: Elias 3/82023 en Vrouwtje 3/82024.
Echter eind Mei 1943 werden alle stempels door de Duitsers als vervallen beschouwd en werden zij beiden opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij op 25 Mei 1943 werden geregistreerd en ondergebracht werden in barak 63. Op 1 Juni werden Levie en Vrouwtje op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst aldaar op 4 Juni 1943 onmiddellijk in de gaskamers daar werden vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Elias Mesritz, archiefkaarten Levie Mezritz en Vrouwtje Swart; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Levie Mesritz en Vrouwtje Mesritz-Swart.