Selma Wijnberg werd met het transport van 6 april 1943 uit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd. Na aankomst in het vernietigingskamp werden, naast een aantal mannen, 28 meisjes uit het transport geselecteerd voor werk in Sobibor. In een naoorlogse verklaring noemt Selma de namen van enkele meisjes die samen met haar werden uitgezocht voor dwangarbeid. Een van hen was Selma Bremer.
Bron: Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam: De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945 (Amsterdam 2012) 419.
Verhaal