David Hartog Cohen was de jongste van de drie kinderen van Joseph Cohen en Frederika Gozina Godschalk en geboren op 22 Augustus 1912 in Gorredijk. Op 7 Januari 1921 verhuisde hij mee met zijn ouders, broer en zus naar de Breedstraat 58 in Leeuwarden. David Hartog werd brood- en banketbakker van beroep en trok vanaf November 1927 naar zes-tal steden in Nederland, waar hij emplooi vond bij verschillende werkgevers.
Pas op 25 Maart 1942 trad David Hartog Cohen op 29-jarige leeftijd in Amsterdam in het huwelijk met Flora Reindorp, geboren in Zaandam op 21 Mei 1914 en een dochter was van Jacob Reindorp en Gonda Coster. Flora’s ouders hadden een poeliersbedrijf hadden in de Weesperstraat 90 in Amsterdam. David en Flora hebben geen kinderen gekregen.
Toen David Hartog nog niet getrouwd was, werkte hij in een aantal Nederlandse steden als brood- en banketbakker. Zo vertrok hij op 8 November 1927 vanuit Leeuwarden naar Amsterdam, maar verruilde zijn werkkringen naar Groningen, Dordrecht, Maastricht, Deventer en uiteindelijk op 20 Januari 1939 naar Rotterdam, waar hij kon inwonen bij zijn zus Saartje in de Bijlwerffstraat 32a, die daar na haar huwelijk op 2 Augustus 1933 met haar man, de R.K onderwijzer Johannes Antonius Schouten hun beider domicilie hadden.
Op 12 Augustus 1940 vertrok David Hartog vanuit Rotterdam naar Amsterdam, waar in inwoning vond in de Sint Antoniebreestraat 63 II bij Marcus (Max) Pereboom, een zoon van Jozef Peereboom en zijn gezin. Op dat adres was ook het Nieuw Israelitisch Weekblad gevestigd, wat gedrukt werd door de fa. Joachimsthal. David Hartog verhuisde op 1 Februari 1941 naar de Valkenburgerstraat 161 I, waar hij terecht kwam bij de familie van Hijman Stad. Per 1 April 1942, na zijn huwelijk met Flora Reindorp in Maart 1942, betrokken zij een eigen woning in de Weesperstraat 94 II.
Op 16 Juli 1942 hebben David Hartog Cohen en zijn vrouw Flora Reindorp gehoor gegeven aan hun oproep voor de z.g. “Arbeitseinsatz”. (oproepnummers 2897 en 2898), en zij zijn beiden op 21 Juli 1942 met nog 930 anderen op transport gegaan naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 23 of 24 Juli werden David en Flora als dwangarbeiders tewerkgesteld, in of buiten het kamp.
Uit de registers van Auschwitz is duidelijk geworden dat zij als Flora Cohen in het kamp is geweest maar niet bekend is onder welke omstandigheden, waar en wanneer zij om het leven is gekomen. Het Ministerie van Justitie heeft daarom in 1950 opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Flora Cohen-Reindorp een overlijdensakte op te maken, waarin is vastgesteld dat zij op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden.
David Hartog Cohen is eveneens tewerkgesteld, in- of buiten het kamp, dat is niet bekend. Echter uit de “Sterbebücher” van Auschwitz blijkt, dat hij al op 10 September 1942 om het leven is gekomen (of gebracht), hetgeen na de oorlog nog onbekend was. Het Ministerie van Justitie heeft daarom in 1950 opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om óók voor David Hartog Cohen een overlijdensakte op te maken, waarin formeel is vastgesteld dat hij op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. de website Alle Friezen, gezinskaart Joseph Cohen; Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Jacob Reindorp, archiefkaarten van David Hartog Cohen en Flora Reindorp; website Joods Amsterdam/Sint Antoniebreestraat 63; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van David Hartog Cohen en Flora Reindorp; website Auschwitz Prisoners/Museum/Auschwitz-Birkenau/David Hartog Cohen en Flora Cohen; de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl; overlijdensaktes, opgemaakt in Amsterdam op 20-7-1950 voor David Hartog Cohen, nr. 269 uit register A43-folio 47 en voor Flora Cohen-Reindorp op 4 Augustus 1950, nr. 548 uit register A44-folio 93.