Opmerkelijk is dat de hiernaast genoemde Commissaris Van Dijk het opsporingsbericht liet plaatsen toen Abraham al circa 8 maanden eerder was opgepakt en al circa zes maanden eerder, namelijk op 24 juli 1942, naar ‘het oosten’, we mogen aannemen naar Birkenau, waar hij werd tewerkgesteld, was gedeporteerd. Hij komt vanuit PDL Amersfoort aan in Westerbork. Hij was niet de enige: in het opsporingsbericht van 21 januari 1943 worden nog drie personen genoemd die al veel eerder waren opgepakt. Abraham was de eerste uit Nijmegen die naar Auschwitz gedeporteerd werd.
Zijn ook hiernaast genoemde zus Judith heeft in ieder geval vóór 2 augustus 1942, wanneer zij opgepakt wordt, enkele briefkaarten van Abraham ontvangen. De priorin zegt dat twee rechercheurs haar komen halen; “Direct gaf ik ten antwoord: ‘Dat is aardig. Wilt U dan een paar dingen uit mijn zak nemen!’ en ik reikte haar enkele briefkaarten over van mijn broer (Abraham) die een paar weken geleden naar Duitsland was verbannen”. Judith komt overigens weer vrij maar wordt in 1944 opnieuw opgepakt en uiteindelijk vermoord. Abraham was in Nijmegen de enige die op inhoudelijke gronden protesteerde bij de burgemeester tegen de verplichte registratie in 1941. Hij protesteerde ook fel tegen het feit dat het Joden verboden werd de lunchroom van Levitus aan de Grote Markt te bezoeken, een verbod dat na zijn klacht zelfs weer even teruggedraaid wordt. Maar niet voor heel lang. Het pand wordt geroofd en via makelaar Claase doorverkocht aan Rits, die er de ‘Dietsche taveerne’ opent. Zie over Abraham (en ook over Jacob Levitus): www.oorloginnijmegen.nl. o.a. de Namenlijst onder ‘WIE’.