Jakob Jacobs begon omstreeks 1935 met een kruidenierszaak in Almelo. Na enige tijd moest de zaak noodgedwongen worden opgeheven. Vanaf die tijd ging hij met zijn waren langs de deuren van zijn Joodse klanten. Hij was getrouwd met zijn veel jongere nichtje Emma. Ze hadden twee dochters: Veronica (Fronie genoemd) en Mina (Mimie).
Fronie werd op 7 augustus 1942 door een Luftwaffe-militair aangehouden in Almelo. Ze droeg geen ster, bevond zich na 20.00 uur ’s avonds op straat en had geen persoonsbewijs bij zich. Op last van de Sicherheitspolizei werd het meisje overgebracht naar het Huis van Bewaring.
Op vrijdagochtend 11 september 1942 werden ook haar ouders en zusje op last van de SD in Arnhem door Almelose agenten gearresteerd. Ze werden ingesloten op het politiebureau en nog diezelfde middag overgebracht naar Arnhem.
Het hele gezin werd op 18 september 1942 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd.
C.B. Cornelissen, Onvoltooid verleden tijd: Jodenvervolging in Almelo (Oldenzaal 2006) 15, 24-25, 116-117.
Verhaal