Sophia Sanders was de tweede vrouw van Nathan Jacob van Engers die op 21 Maart 1866 in Hellevoetsluis geboren was als zoon van de manufacturier Jacob Nathan van Engers en Sophia Polak. Sophia kwam uit Den Haag, waar zij op 12 Augustus 1877 geboren was als dochter van de smid Mozes Salomon Sanders en Naatje Wolff.
De eerste vrouw van Nathan Jacob van Engers was Rosalie of Roosje Andriessen, met wie hij in Terneuzen en in Antwerpen twee kinderen kreeg, t.w. Jacob Nathan in 1888 en Ruben in 1889. De laatste overleed al na 4 maanden in hetzelfde jaar; Jacob Nathan heeft de oorlog overleefd maar verder is er van hem niets bekend. Roosje zelf stierf in Rotterdam op 18 Januari 1905, waarop Nathan Jacob Engers op 12 September 1906 in Den Haag hertrouwde met Sophia Sanders.
Nathan Jacob en Sophia kregen samen nog zeven kinderen, t.w. Mozes Nathan in 1907, Jacob in 1908, Joseph in 1909, Hanna Elisabeth in 1911, Machiel in 1912, Elisabeth in 1914 en Henri in 1915. Zij zijn allen tijdens de Sjoa vermoord.
Nathan Jacob van Engers was handelaar in touwwerk en metalen. Toen hij met Sophia in den Haag trouwde, bleef hij daar nog wonen met zijn vrouw totdat zij op 15 Juli 1908 terugkeerden naar Rotterdam. Op 23 Mei 1929 verhuisde Nathan met zijn vrouw en kinderen naar de Ruysdaelstraat 68 in Nijmegen, van waar zij na 8 maanden weer in Rotterdam terugkeerden op 31 Januari 1930.
Vanaf zijn huwelijk met Sophia Sanders zijn Nathan Jacob en zijn vrouw en de kinderen in de loop van de jaren meer dan 20 keer verhuisd in Rotterdam, maar ook daarbuiten. Op 12 April 1938 woonden Nathan en Sophia in de Schoutenstraat 117b in Rotterdam. Omdat bij het bombardement van Rotterdam op 14 Mei 1940 slechts een klein deel van die straat bleef bestaan, hebben Nathan en Sophia vermoedelijk moeten verhuizen naar het Willem Dudokplein 37. Daar is – eveneens vermoedelijk – Sophia van Engers-Sanders op 19 December 1942 overleden. Nathan Jacob van Engers werd echter op 10 April 1943 vanaf zijn woonadres afgevoerd naar Westerbork en op 20 April gedeporteerd naar Sobibor. Daar is hij bij aankomst op 23 April 1942 op 77-jarige leeftijd onmiddellijk in de gaskamers daar vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Nathan Jacob van Engers; Gemeentearchief Den Haag, huwelijksakte Van Engers/Sanders; Overlijdensakte uit Rotterdam voor Sophia van Engers-Sanders en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Nathan Jacob van Engers.