Aron (1907) was de zoon van David de Groot en Betje de Groot-Wagenaar. Hij had drie zussen: Kaatje (1911) Anna (1914)en Marianna Elisabeth (1918). Alleen Kaatje overleefde de Tweede Wereldoorlog. In 1920 verhuisde het gezin van Alkmaar naar Dorpsstraat 67 in Bergen.
Het gezin moest in april 1942 naar Amsterdam vertrekken. Aron en Kaatje waren al het huis uit en woonden in Amsterdam. David, Rosalie, Anna en Marianna kwam bij hen wonen.
David en Betje vertrokken op 4 februari 1943 naar Westerbork. Vijf dagen later volgde deportatie naar Auschwitz, alwaar ze op 12 februari 1943 stierven.
De twee zussen Anna en Marianna kwamen op 17 maart 1943 eerst in werkkamp Vught terecht. Een half jaar later moesten zij alsnog naar Westerbork, waar ze meteen op de trein gezet werden naar Auschwitz. Daar zijn ze op 24 september 1943 omgebracht.
Aron was gehuwd met Bertha Godfried. Samen hadden ze twee zonen, David (1937) en Isidoor (1938).
Aron kwam op 8 augustus 1944 in Westerbork terecht. Via Auschwitz belandde hij in Mauthausen waar hij op 27 maart 1945 overleed. Zijn vrouw Bertha Godfried overleefde de oorlog en overleed op 12 oktober 1983 in Amstelveen. Ook hun beider zonen overleefden de Tweede Wereldoorlog.