Engelina van Geldere was de jongste van de 13 kinderen van Saul van Geldere en Sientje Fransman. Zij werd in Doesburg op 29 Juli 1905 geboren. Zij woonde vanaf 22 October 1920 bij haar zus Sophia Johanna van Geldere in Amsterdam, die met Barend van Cleef was getrouwd. Op 21 September 1921 vertrok zij van daar naar het adres Cornelis Schuytstraat 34 huis in Amsterdam waar zij inwoonde bij Peper en op 7 Juni 1927 verhuisde zij naar de Uithoornstraat 18 I, bij Mullem.
Op 12 Maart 1928 trok zij in bij haar zwager Barend van Cleef in de Vrolikstraat 299 hs en op 27 Maart 1929 woonde zij in op de Plantage Kerklaan 26 I bij haar oom Hartog van Geldere (1891) die toen met Josephine Mendel was getrouwd. Op 15 Januari 1931 werd zij bijgeschreven op het adres van haar ouders, die op 2 Januari 1931 vanuit Nijmegen in Amsterdam zijn komen wonen in de Zwanenburgerstraat 21.
Op 6 December 1933 trouwde Engelina in Amsterdam met Pinehas Waaker die werkte als magazijnbediende in een engros voor parfumeriën. Hij was op 2 Augustus 1904 in Amsterdam geboren als zoon van Jacob Waaker en Mietje Rine. Engelina en Pinehas kregen op 31 December 1934 een levenloos geboren dochter. Maar op 16 Mei 1937 werd hun zoon Jacob geboren.
Pinehas Waaker woonde voor zijn huwelijk in Haarlem en had een inwoning op het adres Vrolikstraat 92 I in Amsterdam-Oost, maar nadat hij in 1933 gehuwd was met Engelina van Geldere, gingen beiden wonen in de Lepelstraat 79 II in het centrum van Amsterdam. Haar ouders Saul van Geldere en Sientje Fransman kwamen op 29 September 1933 bij hen inwonen Echter Engelina’s moeder Sientje Fransman overleed daar op 4 April 1934 en werd op de Joodse Begraafplaats in Diemen begraven.
Het gezin Waaker-van Geldere kreeg op 24 Juli 1942 “Biljetten Naar Hooghalen, (BNH)”. Deze aantekening op hun registratiekaarten van de Joodse Raad betekende dat zij hoogstwaarschijnlijk in gezinsverband gevolg wilden geven aan een oproep voor de z.g. werkverruiming in Duitsland, de “Arbeitseinsatz”, waarvoor zij reisbiljetten naar Hooghalen hebben ontvangen. Vanaf het station Hooghalen was het toen nog ±5 km lopen haar het kamp Westerbork zelf. Pas begin October 1942 werd de spoorlijn pas doorgetrokken naar het kamp.
Op 31 Juli 1942 werden zij vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz, waar bij aankomst op 2 Augustus Pinehas Waaker als dwangarbeider werd geselecteerd en tewerkgesteld werd in- of buiten het kamp. Maar Engelina Waaker-van Geldere en haar 5-jarig zoontje Jacob werden bij aankomst op 2 Augustus 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz vermoord.
Van Pinehas Waaker is bekend dat hij als dwangarbeider tewerkgesteld geworden is, in omstandigheden die zwaar en onmenselijk waren. Waar is niet bekend; ook zijn precieze overlijdensdatum is niet bekend, reden waarom na de oorlog de Nederlandse Autoriteiten hebben vastgesteld – mede op basis van getuigenissen van overlevenden en andere informaties – dat Pinehas Waaker na 30 September 1942 niet meer in leven zou kunnen zijn. Er is toen opdracht gegeven aan de gemeente Amsterdam om een akte van overlijden voor hem op te maken, waarin is vastgelegd dat Pinehas Waaker op 30 September in Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Saul van Geldere, Engelina van Geldere en Pinehas Waaker; archiefkaarten van Engelina van Geldere, Pinehas Waaker en Saul van Geldere; de overlijdensakte van een levenloos geboren dochter Waaker van 31 December 1934; de woningkaart Vrolikstraat 92 Amsterdam; de website hetstenenarchief/graf Sientje Fransman en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Pinehas Waaker, Engelina Waaker-van Geldere en Jacob Waaker en de overlijdensakte voor Pinehas Waaker, nr.538 van 29 September 1950 uit het A-register 52-folio 91v.