Levie Bierman was een zoon van Salomon Bierman en Vrouwtje Liest. Hij was op 27 Juli 1875 geboren in Amsterdam en was werkzaam als diamantslijper. Op 13 Mei 1896 trouwde hij daar met Sara Italiaander, een dochter van Simon Italiaander en Beletje Isaac Luza. Zij was ook in Amsterdam geboren op 15 October 1872.
Tussen Juni 1896 en Januari 1910 kreeg het echtpaar Bierman-Italiaander tien kinderen, t.w. Vrouwtje, Betje, Salomon, Eva, Abraham, Simon, Sophia, Meijer, Maurits, en Sara Eva, die op 8 Januari 1910 werd geboren. Haar moeder, Sara Italiaander overleed echter de volgende dag in het kraambed op 9 Januari 1910.
Van de kinderen uit Levie's eerste huwelijk stierf Eva in 1902 op 1-jarige leeftijd; Sophia werd slechts 4 maanden in 1905 en Meijer overleed in 1924 op 17 jarige leeftijd. De anderen werden tijdens de Sjoa met hun families in de Duitse kampen vermoord.
Na het overlijden van Sara Italiaander, hertrouwde Levie Bierman op 31 Mei 1911 met Heintje Jas, een dochter van Wolf Abraham Jas en Hendrika Abraham Woudstra; zij was geboren in Amsterdam op 17 Maart 1884. Levie kreeg met Heintje Jas nog vier kinderen, t.w. Hendrika, Benjamin, Hijman en Rachel, waarvan Hendrika door haar gemengde huwelijk de oorlog heeft overleefd. Benjamin overleefde de verschrikkingen van de Holocaust en keerde uit Dachau terug; zijn vrouw stierf echter in Auschwitz. Ook Hijman en de nog thuiswonende Rachel Bierman werden tijdens de Sjoa vermoord.
Levie Bierman woonde met zijn eerste vrouw Sara Italiaander op diverse huisnummers in de Lange Houtstraat in Amsterdam, maar ook in de Nieuwe Kerkstraat, de Vrolikstraat, de Rapenburgerstraat en de Retiefstraat. Op 27 Augustus 1936 betrok het gezin Levie Bierman een woning in de Laing's Nekstraat 12 I, Amsterdam, wat tevens hun laatst bekende adres in Nederland zou worden.
Levie Bierman, zijn vrouw Heintje Jas en de nog thuiswonende 15-jarige dochter Rachel behoorden tot de allereerste groep van gevangenen die op 15 Januari 1943 naar het nog in aanbouw zijnde concentratiekamp Vught gezonden werden, waarvan de bouw al in 1942 was begonnen. Gevangenen moesten het kamp verder zelf afbouwen.
Levie Bierman, Heintje Jas en Rachel Bierman verbleven in Vught tot 23 Mei 1943 en werden in de nacht van 23 op 24 Mei doorgestuurd naar Westerbork. Daar kwamen zij in barak 61 terecht, wachtend op hun verdere lot. Dat kwam al op de 25e, toen zij met meer dan 2860 andere gedeporteerden op transport gesteld werden naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 28 Mei 1943 direct in de gaskamers werden vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Levie Bierman, archiefkaarten van Levie Bierman, Heintje Jas en Rachel Bierman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Levie Bierman, Heintje Bierman-Jas en Rachel Bierman; website ITS Arolson/kampkaarten Vught van Levie Bierman, Heintje Bierman-Jas en Rachel Bierman en de wikipedia website kamp Vught en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.