Rachel Katwijk was een dochter van Jacob Katwijk en Sara Gosler. Zij was de vijfde van de negen kinderen in het gezin Katwijk en was geboren in Amsterdam op 2 Januari 1896. Op 13 November 1919 trouwde zij daar met de diamantslijper Abraham Pront, een zoon van Zacharias Pront en Selly Lakmaker. Hij was geboren op 2 Maart 1896, eveneens in Amsterdam.
Voordat Rachel met Abraham in het huwelijk trad, woonde zij thuis bij haar ouders in Amsterdam. Ook Abraham Pront woonde bij zijn ouders thuis maar op 28 Juni 1905 verhuisde het gezin van Zacharias Pront naar de 1e etage van de Blasiusstraat 107 in Amsterdam, waar op de 2e etage vanaf November 1901 al het gezin van Jacob Katwijk woonde.
Na hun huwelijk in 1919 vonden zij woonruimte bij Rachel’s moeder Sara Katwijk-Gobes, die vanaf Juli 1920 weduwe geworden was en toen in de Blasiusstraat op huisnummer 46 II woonde. Daar werd op 17 April 1921 ook hun eerste kind Jacoba Pront geboren.
Op 6 Januari 1923 vertrok Abraham Pront naar Antwerpen waar hij werk heeft gezocht als diamantslijper, en woonde daar toen in de Wipstraat 40. Ook verbleef hij van 21 Januari tot 6 April 1923 in Berchem maar keerde op 6 April 1924 weer terug naar de stad Antwerpen; het was hem toen gelukt om als diamantslijper aan de slag te gaan en toen ook zijn vrouw Rachel en dochter Jacoba naar Antwerpen kwamen vonden zij woonruimte in de Grote Hondstraat 81. Daar werd toen op 7 Juli 1924 hun zoon Zacharias Pront geboren.
Na zeven maanden in Antwerpen te hebben gewoond, vertrok het gezin Pront naar de Van der Meydenstraat 1 in Borgerhout, waar zij van 3 October 1924 tot 31 December 1927 als inwoners waren ingeschreven. Daarna verbleven zij in Berchem op het adres Bixschotellaan 155 en keerden pas terug naar Amsterdam op 25 September 1940, toen zij werden ingeschreven op het adres Vrolikstraat 249 huis en op 17 Mei 1941 verhuisden zij nog een keer naar de Ruyschstraat 95 III
Zacharias Pront , die machinebankwerker van beroep was, werd op 22 Juli 1942 opgeroepen voor de z.g. “Arbeitseinsatz”, maar werd net als zijn ouders Rachel en Abraham Pront tijdelijk vrijgesteld van deportatie “wegens Militair” (MIL). Waarschijnlijk werden Zacharias en zijn moeder begin October 1942 in Westerbork binnengebracht en al op 5 October 1942 op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 8 October 1942 werd Rachel Pront-Katwijk onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Het transport van 5 October 1942 was een transport met in totaal 2012 gedeporteerden waarvan ook nog het eerste gedeelte van de 10.000 Joodse dwangarbeiders deel uitmaakte, die na de liquidatie van alle Joodse werkkampen in Nederland in Westerbork aankwamen. Dit transport maakte een tussenstop in Kozel, zo’n 80 km westelijk van Auschwitz gelegen waar 550 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden gedwongen om de trein te verlaten om in de omliggende werkkampen als dwangarbeiders in Opper Silezië te worden tewerkgesteld. Zeer waarschijnlijk behoorde Zacharias tot deze groep. Hij is uiteindelijk in 1945 in het concentratiekamp Weimar-Buchenwald terechtgekomen waar hij op 23 Februari 1945 is bezweken.
Abraham Pront werd eveneens tussen 3 en 5 October 1942 in Westerbork binnengebracht maar hij werd op 12 October 1942 gedeporteerd naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar omstreeks de 15e, werd Abraham Pront als dwangarbeider geselecteerd en kwam in Auschwitz in een van de werkkomando’s terecht. Door de verschrikkelijke omstandigheden daar is Abraham Pront uiteindelijk in Auschwitz op 25 November 1942 om het leven gekomen.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Zacharias Pront (1872) en Jacob Katwijk (1867), archiefkaarten van Abraham Pront, Rachel Katwijk en Zacharias Pront (1924); Woningkaart Amsterdam Blasiusstraat 107 1e etage; het Antwerps Vreemdelingen Dossier 172469, images 692-700; overlijdensakte Abraham Pront uit Amsterdam, nr. 255 d.d. 7 December 1950 uit het A-register 60-folio 44; de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl en detail informatie cq aanvulling van Raymund Schütz.